Southern Nevada Veterans Memorial Cemetery

Vandaag overkomt het me.
Ik dwaal over Southern Nevada Veterans Memorial Cemetery in Boulder City.
Wat me vooral opvalt is dat de begraafplaats op tijdstip is ‘geordend’. De dagen van overlijden volgen elkaar naast elkaar op.

Dit moet een makkelijk op Find a Grave in kaart te brengen, denk ik net wanneer een man in een karretje me vraagt wat ik doe.
Rondkijken en wat foto’s maken. Ik zoek niet een speciaal iemand. Maw: ik hoef geen hulp.
En wat zegt de man: ik mag geen foto’s maken. Ik (oprecht verbaasd, omdat ik totnutoe alleen vriendelijk ben benaderd en me juist hulp is geboden): mag dat niet?! Hij: I believe it is not allowed.
Dan zal ik het niet doen, zeg ik, de principiele discussie niet aandurvend. Mag rondkijken wel? Dat mag.

Dus kijk ik rond. En ik *kan* het niet laten maar maak toch een paar foto’s. Stiekem, vanuit de heup.
Wanneer de man in het karretje opnieuw passeert, duidelijk om mij in de gaten te houden, geef ik op.
Ik ben blij dat ik toen ik aankwam direct het bord bij de ingang heb gefotografeerd. Dat zou ik nu niet meer hebben gedurfd.

Het is trouwens een erg mooie, indrukwekkende begraafplaats.
Al die vele duizenden veteranen uit al die vele oorlogen.
Vrijwel identieke stenen in rijen naast elkaar. Met maar enkele bloemstukken.
Zelfs zonder camera was het genieten.

Graven

Bij de meeste begraafplaatsen die ik bezoek denk ik: hier kom ik nog wel eens. Omdat ik dat echt wil (en ze op mijn route liggen) of omdat ik dat misschien niet per se *wil* maar ze in elk geval op mijn route liggen. Dus mocht ik me bedenken, dan kan ik ernaar terug.
Waarbij het zo kan zijn dat ik mijn aanvankelijke indruk bijstel. Een ‘gaat wel’-begraafplaats kan me opeens betoveren.
Een ‘mooi’ kan een tweede of derde keer ‘wonderbaarlijk mooi’ blijken te zijn.
Tegenvallen kan natuurlijk ook – maar dat is me nog niet overkomen.

Toen ik de tweede keer naar de Southern Nevada Veterans Memorial Cemetery ging, wist ik al dat het de laatste keer zou zijn.
Omdat ik geen reden meer heb om terug te keren naar Boulder City nu mijn vriendin Karen is overleden.

Dit is een grote begraafplaats. Met veel velden met naast elkaar gelegen stenen. En een enkele muur met urnen.
Ik ga er op 30 september 2010 met mijlslaarzen doorheen. Auto staat geparkeerd bij de ingang, ik wandel naar het eerste veld rechts. Zie daar dat bomen een ‘In Memory Of’ hebben (wat ik mooi vind) en dat er bij veel graven dennenappels van die bomen zijn neergelegd.
Bij enkele graven (erg weinig) liggen bloemen. Kunstbloemen, die echt een eeuwig leven lijken te hebben. En echte bloemen die met deze hitte (ook hier is het meer dan 40 graden) al na een dag tragisch zijn verwelkt.

Willekeurig fotografeer ik wat graven – dan nog niet wetend dat fotograferen me later zal worden verboden.
Stomtoevallig zit er ook een ‘beroemd’ graf bij (van een governor die ik niet ken maar die natuurlijk wel Iemand is).

Ontroerend vind ik het net gegraven graf met het kaartje waar de grafsteen nog moet komen. En het andere kaartje met verse bloemen.
Is daar al iemand begraven? Ik vermoed van wel. De aarde met graszoden pleegt in Amerika erg snel een graf te doen begroeien, is me opgevallen.
Ook ontroerend: de urnenmuur, nog niet vol maar onderin dat open deurtje.

   
 

Die ligt aan de rand van de begraafplaats waarna ik me zwetend terugzwoeg naar mijn auto, in de gaten gehouden door de man die me het fotograferen verbood.

In al zijn eenvoud, in al zijn op elkaar lijkende graven met slechts een enkel onderscheidend woord op een grafsteen, een zeldzame gift op een graf vind ik dit een indrukwekkende begraafplaats.
Waarbij ik me nog niet eens heb verdiept in waarom mensen die ooit in militaire dienst zijn geweest wel of juist niet op zo’n plek willen worden begraven.