Bunkerville Cemetery

Bunkerville Cemetery zie ik bij toeval langs de kant van de weg liggen wanneer ik op mijn route van A naar B (of eigenlijk van BC naar K) een klein stukje omrijd.
Bunkerville is een kleine gemeenschap, zo’n 1000 mensen met de wijde omgeving erbij.
Maar de begraafplaats (met een simpel hekwerk en een paar eenvoudige toegangspoortjes) duidt op een groot verleden.

De eerste graven die ik zie hebben vooral mooie teksten.
Maar al snel zie ik een kanjer van een grafsteen die toebehoort aan… een Leavitt.
Aha! mormonen.
Je kunt in de streek rond St. George geen begraafplaats oplopen of je struikelt over de Leavitts.
De grote steen is een gedenkteken voor Dudley Leavitt (gehuwd met 5 vrouwen) – de graven liggen aan de voet van de steen.
Zoals ik wel meer zie op grafstenen van mormonen: hele verhalen.
Waarbij ik steeds denk: wat willen ze graag voor het nageslacht vastgelegd hebben en wat is wáár?
( ik zal later op de teksten ingaan )

Dichter bij een ingang en wat kleinere steen: Thomas Dudley Leavitt Sr (twee vrouwen) en de tekst “First Settlers of Bunkerville, Nev.”

Wikipedia: Bunkerville was settled in 1877 by Mormon pioneers from Utah. It is named after Edward Bunker, who was already a seasoned pioneer settler before he came to Bunkerville, having pioneered the settlement at Santa Clara, Utah.

Bunker, on his own initiative but with permission from Brigham Young, moved his large polygamous family 25 miles (40 km) southwest to Bunkerville after the settlers in Santa Clara had failed to live the communitarian United Order.
The residents of Bunkerville, so named by Brigham Young, established a new communal effort, sharing the work and the fruits of their work, with all land being held in common.
The communal experiment ended in 1880.

Veel verhalen gaan hierachter schuil.
Amper te achterhalen tenzij je je verdiept in de mormonen die in deze streek zich vestigden.
Ik zal mijn best doen.
Meer volgt dus en ook foto’s.

Washington City Cemetery: Big Love

Washington is een stad vlakbij St. George.
De begraafplaats ligt tegen een heuvel, deels onder oude, hoge bomen.
Ik ben er op een zaterdagmiddag. Dan8dringt veel geluid door van het er net achter gelegen sportveld.

Je kunt er als inwoner van de stad worden begraven voor $ 400.
Wil je als niet-inwoner van Washington City hier je laatste rustplaats vinden dan kost het 300 dollar méér.

algDe oudste graven zijn van 1859 en liggen op het hoogste punt van de heuvel waar vandaan je een mooi uitzicht hebt over de stad.

Deze zuil trekt de aandacht.
Hij herdenkt Jacob Sander Bastian, geboren in 1835 in Denemarken, gestorven in 1924 in Washington City.
Op de zuil staat vermeld dat hij getrouwd is geweest met vier vrouwen.
De andere kanten van de zuil zijn gewijd aan drie van de vrouwen – met de vermelding welke kinderen ze hebben gebaard.

Nog in Denemarken bekeert Johan Bastian zich tot het mormoonse geloof.
De zendelingen van de Church of the Latter Day Saints die over heel Europa waren uitgewaaierd hadden namelijk met name in Denemarken veel succes.
Zodat bijna 20.000 Deense mormonen in de tweede helft van de negentiende eeuw emigreerden naar Amerika.
“Homeward to Zion” heette dat.
De overtocht werd gemaakt op kosten van de mormoonse kerk die hiervoor het Perpetual Emigration Fund in het leven had geroepen.

In april 1857 maakt Johan Bastian de reis met zijn vriendin Gertrude (22) Pedersen.
Hij trouwt met haar wanneer het schip in de haven van Liverpool stil ligt.
In juni bereikt het paar Salt Lake City waar Gertrude op 25 september overlijdt.

“Jacob then married his second wife, Johanne Marie Sander on about October 29th, 1857″ vermeldt een nazaat op zijn blog.
Johanne Marie, ook afkomstig uit Denemarken, is dan 22 jaar.
In 1861 trouwt Jacob met de 15-jarige Kirsten Hansen (als kind uit Denemarken naar Utah gekomen) en in 1867 komt ook Mette Marie Sander (zusje van Johanne Marie?) erbij.
Zij is dan 19.

Over Jacob Sander Bastian kan ik alleen nog vinden dat hij heeft gewerkt als boer en dat hij in 1888 zes maanden in de gevangenis heeft gezeten voor polygamie.
En -niet onbelangrijk-: zijn kleinzoon is Philo Farnsworth, de uitvinder van de televisie.

Van zijn vrouwen vind ik alleen over Kirsten (Christine) wat informatie.
In een krant uit 1929 is haar dood vermeld en dat is weer overgenomen op Find a Grave.

De zuil vermeldt de kinderen van de drie vrouwen.
Ernaast is een lange rij met graven van een aantal van die kinderen van wie er veel jong zijn overleden.
Sommige stenen zijn eenvoudig maar mooi (en goed onderhouden).
Andere graven hebben alleen een simpel plaatje.

johanne christine mette