Het graf van tante Mieke, op zoek naar mijn wortels

Waar ben ik aan begonnen denk ik wanneer ik na anderhalf uur nog stil sta op de rondweg rond Amsterdam en intussen heb ontdekt dat ik mijn goede camera ben vergeten.
Wanneer ik even na half elf (ik ging om acht uur van huis) Udenhout binnenrijd, ben ik kapot.
Maar de St. Lambertuskerk torent hoog boven het dorp en daar achter is het kerkhof waar mijn tante Mieke is begraven.
Ergens rechts moet het zijn. Achter de kindergraven.
Dan allemaal identieke graven en één ervan is zij, schreef me de parochiesecretaresse.

De begraafplaats is mooi. Vriendelijk. Alle mensen die er rondlopen groeten aardig.
De hectiek van de autorit ben ik binnen een minuut kwijt.
Op een soort terp staat een kruisbeeld met Jezus en naast hem Jozef en Maria.
De zon staat er achterop en door de boombladeren is het een feeëriek schouwspel.
Tegen de heuvel ligt een aantal boeketten. Nog in cellofaan.

Rechts ervan zijn kindergraven. Daarachter de kruisjes van de nonnen.
Twee zusters per graf. Meest met enkele maanden tussen de sterfdatums.
Wat zouden ze gedaan hebben, vraag ik me af. Begraven en ruimte laten voor nummer 2 en dan een kruis?

Het graf van tante Mieke staat op de tweede rij. De eerste rij waarin alleen maar nonnen zijn begraven. Het vierde graf van links. De steen is ietsje minder vies dan de andere.
Verder zijn het identieke perkjes met hei, vers aangeharkt.
Om 1 kruis hangt een rozenkrans. Wat een mooi gebaar denk ik.

Het zien van het graf grijpt me aan. Ik voel me inderdaad ter plekke wortel schieten.
Ik ben ontzettend blij dat ik ben gekomen. Ik dwaal over de rest van de begraafplaats. Maak af en toe een foto met mijn kleine Coolpix.
Het is maar goed dat ik de Olympus niet bij me had. Die maakt het me makkelijk afstand te scheppen tussen wat ik zie (en fotografeer) en wat ik voel. Dat zou hier niet hebben gepast.
Sterker: het zou helemaal verkeerd hebben gevoeld.

In een uur heb ik 4x via verschillende routes het graf benaderd.
Die laatste keer was ik met een bejaarde vrouw die me vriendelijk vroeg of ik wat zocht. Zij vertelde me dat ze vroeger gewerkt had in het klooster Felix. Dáár zaten de nonnen. En dáár waren oorspronkelijk hun graven. Ze zijn daar vandaan naar dit kerkhof verplaatst.

Waarom voor een aantal van de zusters maar 1 grote verzamelsteen was weggelegd, wist ze ook niet.