Evergreen Cemetery

Op 10 mei 2011 heb ik al Mountain View Cemetery in Calexico bezocht wanneer ik deze begraafplaats aandoe.
‘Aandoen’ was de bedoeling.
Even kijken hoe het er is.
Dan later teruggaan.

Ook deze begraafplaats in El Centro lijkt uit meerdere delen te bestaan.
Links en direct na de ingang een lawn cemetery. Open grasvelden.

Rechts en tot ver in de verte: oude bomen en oude stenen.
Een paar beelden. Wat verval.

Ik wil engelen fotograferen maar het wil niet erg. Ik loop zomaar wat rond.
Wat me opvalt: al die nationaliteiten. Niet alleen evident. Namen als Smith. En Rodriguez.
Maar ook Italiaans. En Duits. Een steen met Van der Linden en: from Belgium. Iemand uit Zwitserland.

En wanneer ik dan echt wil weggaan, zie ik ook hier (net als in Brawley) stenen met Japanse namen en tekens. Veel meer nog dan daar. Ook recenter, niet alleen historisch.
En hey – Mohammed?? Arabieren denk ik. Maar als ik beter kijk: mensen uit India.
Hindoestanen.
In een aparte hoek grenzend aan de Japanners.

Ik denk: ik moet me meer verdiepen in Imperial County.
Ik ervaar deze regio als Hispanic. Maar die andere groepen zijn er ook.
Hoe leven ze samen? Net zo gescheiden als in de dood?

Mountain View Cemetery

Mountain View Cemetery ligt aan een ventweg naast vierbaans Highway 111 waarover verkeer raast.
Tussen Heber en Calexico. In Imperial Valley – een (arm) gebied in Z.O. Californie dat in de loop der jaren veel mensen heeft aangetrokken in de hoop op een mooi leven.
Veel nationaliteiten. Veel zoeken naar werk en geluk, veel teleurstellingen.
Wanneer ik de begraafplaats bezoek op 10 mei 2011 zijn er twee begrafenissen.
Een op het verste groene veld. Wanneer ik wegrijd een op het groene veld het dichtst bij de buitenmuur.
Er is ook een Historic Section.
Links, twee velden. En in het midden een groot veld met weinig (vindbare) graven.
Ook ‘historic’.

Een wonderlijk contrast. ‘Historisch’ zijn de staande stenen en engelen en vaak een kruis – erg veel omgevallen ook.
In zand. Een beetje vochtig zand. Stenen zijn onleesbaar.
Verderop groen gras. Lawn cemetery. Netjes. Al zijn ook hier niet alle stenen meer leesbaar.
Ik zie er vanaf om daarvan foto’s te nemen met de twee begrafenissen.

Terwijl ik tussen de stenen in het tweede Historische veld loop zie ik eerst een zanduil (op een grafsteen).
Hij laat me best dichtbij komen maar het moet niet te gek worden.

Tien minuten later: een dunne vrouw met felgekleurde bloes en strakke broek. Harde lipstick. Grote zonnebril.
Roodgeverfd haar.
Met een kordate tred en een grote bos bloemen.
Grafbloemen.

Ze legt wat neer. Loopt verder. Kijkt naar grafstenen. Weer wat bloemen.
Wie is ze en wat doet ze. Waren er bloemen over? Nam ze bewust extra bloemen mee? Hoe kiest ze de vergane, oude graven waar ze bloemen bij zet.

Er is een moment dat we elkaar tegemoet lopen.
Ik wil groeten, misschien glimlachen.
De grote zonnebril kijkt me strak aan. De mond: ook strak.

Later denk ik: misschien was ze een geest.
Of: de Dood.
Waarschijnlijk was ze iemand als ik.
Maar dan minder vriendelijk tegen medemensen.

Graven

Veel verval op deze begraafplaats.
Niet alleen omgevallen kruisen en onleesbare of door vogels ondergepoepte stenen.
Dit graf valt op door het grote gat.
Alsof er een dier is ingekropen (maar dan wel een fors dier). En -als je luguber denkt- alsof er een dode is *uit*gekropen.

Ik vind erg veel kindergraven.
Soms eenvoudige stenen. Met naam en data. Soms met een bijbeltekst erbij.
Extra pijnlijk zijn de graven van kinderen met dezelfde achternaam die snel na elkaar, elk na een kort leven, zijn overleden.
Meestal liggen ze naast elkaar. Alsof daarmee al voldoende is ‘gezegd’.
Deze ouders plaatsten de graven samen.

Maar het mooist voor de bezoeker zijn natuurlijk de beelden.

De beelden zijn niet altijd origineel. In een bepaalde periode was dit beeld erg gewild.

Intrigerend vind ik dit.
Het graf ligt helemaal links bijna tegen de heg. Een platte steen.
Het mannetje doet denken aan een heiligenbeeldje.
Het zou -denk ik- een priestergraf kunnen zijn.