Fraternal Order of Eagles en Veld K

Op 8 mei 2011 zie ik langs een niet erg groot grasveld een bord staan: Fraternal Order of Eagles.
Het grasveld is matig onderhouden maar de meeste stenen zien er behoorlijk uit.
Klein muurtje er omheen. En daarachter een troosteloze zandvlakte.

Die wil ik eerst zien.

Als je helemaal doorloopt zie je dat het veld eindigt aan een smalle weg.
Amper afgezet is de begraafplaats (paaltjes met slap koord).
Aan de overkant ligt een sloperij met autowrakken.

Kijk dat graf dicht bij de paaltjes er eens treurig bij liggen. Zo aan de straat. Weggemoffeld.
Laat ik dat maar van de andere kant fotograferen. Sjiek wordt het er niet van, maar ietsje minder tragisch.

Zo lijkt het zelfs nog wel wat, dat veld.

Tot je wat beter kijkt naar de meest onleesbare stenen en de kruisen.

Er zijn gelukkig ook een paar uitzonderingen.

Dan alsnog het veld van de Fraternal Order of Eagles. Volgens Wikipedia is dat een organisatie van weldoeners. We hebben o.a. Moederdag aan ze te danken.
“Membership is open to any person of good moral character, and believes in the existence of a supreme being.”
Elders vind ik iets anders: “Het lidmaatschap van de orde staat open voor blanke volwassenen die geloven in een opperwezen. Hoewel de reglementen de toelating van niet-blanken niet formeel verbieden is het, door de wijze van stemming over kandidaten nagenoeg uitgesloten dat zij lid kunnen worden.”

Ik heb geen idee wat waar is, maar op het veld kwam ik een Latina tegen bij het graf van haar broer Arthur Sanchez.
Zij vertelde me dat niet alleen leden van de Orde op het veld konden worden begraven, maar ook hun familieleden. Zij zelf bv.
Wat haar wel verbaasde was de ene steen voor Unknown waarop ik haar wees.

Zelf kan ik die ook niet plaatsen. Al is hierin mogelijk een aanknopingspunt te vinden (weer via Wikipedia): “The organization’s success is also attributed to its funeral benefits (no Eagle was ever buried in a Potter’s Field).”
Maar dan nog. ‘Unknown’ zou dan lid of familie van een lid moeten zijn geweest en om hem of haar als zodanig te herkennen moet die toch een naam hebben gehad.

Nog een laatste blik op het veld en de aangrenzende velden. Nu uitkijkend op vak J en (onder de bomen) het kleine parkje met de daklozen.