Massagraven op het armenveld

Een deel van de begraafplaats van Yuma is gereserveerd voor mensen die door de County worden begraven omdat ze geen geld hebben voor een mooie begrafenis en hun nabestaanden ook niet.
Die mensen krijgen eenvoudige stenen.
Regelmatig staat de naam verkeerd gespeld.

Apotter

Telkens wanneer ik in Yuma ben ga ik even kijken of er nieuwe graven zijn bijgekomen en maak daarvoor dan een memorial op Find a Grave.
Al een aantal keren vonden mensen zo verloren gewaande familieleden terug.

De vorige keer viel me op dat tussen de gewone stenen een steen stond met een verzameling aan namen.
Twaalf.
Ik dacht: misschien zijn de lichamen zoek en worden ze zo toch herdacht.
Ik kon me nl niet voorstellen dat onder die ene steen twaalf lichamen lagen.

Nu zie ik wéér zo’n verzamelsteen.

En maar 1 nieuwe, losse steen.
Zodat ik me afvraag of hier toch niet sprake is van een massagraf.
De grond voor de nieuwe steen lijkt ook duidelijk platgewalst.

Individuals who are buried at the expense of the local authorities and buried in potter’s fields may be buried in mass graves – zegt Wikipedia.

Ik google deze doden.
Over de meesten vind ik helemaal niets.
Een enkele blijkt te zijn beland bij een begrafenisondernemer.
Bij die naam staat ‘no services planned’.

Het armenveld

Yuma Cemetery bestaat uit veel velden met veel vergane graven, een kleiner aantal gekoesterde graven en niet erg veel nieuwe graven.

De oude graven op de begraafplaats worden in kaart gebracht en toegevoegd aan Find a Grave door enkele mensen (vooral vrouwen) die willen voorkomen dat herinneringen verloren gaan.
Samantha ploegt langs de vaak slecht leesbare stenen en maakt foto’s.
Marilyn raadpleegt oude documenten. Anderen, zoals ikzelf, doen af en toe iets als dat in hun planning past.

Je hebt ook krantenknippers die uit de krant de overlijdensberichten (‘obituaries’) halen die in Amerika niet slechts advertenties zijn maar hele verhalen over hoe bijzonder iemand was, wie haar of hem voorgingen en wie achterblijven.
Dankzij internet hoeven de knippers tegenwoordig niet eens meer te knippen, ze copy and pasten.
Vaak al een dag nadat de persoon is overleden en nog voordat het graf daadwerkelijk is gedolven.
Die obituaries worden voor de krant geschreven door de familie of door de begrafenisondernemer.

Er is een veld waarvoor vrijwel niemand belangstelling heeft.
Dat is het meest recente armenveld. De ‘oudste’ doden zijn van 2001.
Hier worden op kosten van de County begraven die zich geen betaald graf kunnen veroorloven: armen met een naam en ‘unidentified skeletal remains’ – wat nog erger klinkt dan ‘John Doe’.

Ik ga er altijd even kijken. Dat doe ik ook op 24 oktober 2012.
Er zijn ongeveer twintig nieuwe graven bijgekomen sinds ik er de laatste keer was.
De meeste graven zijn sober: alleen de steen.
Eén is overdadig versierd. Eén nieuw graf heeft een omheining. Een ander is bedekt met witte stenen.

  

Ik vraag me af hoeveel mág wanneer je als armlastige op kosten van de gemeenschap wordt begraven en je nabestaanden dan je graf extra optuigen met meer dan een bloemetje of een beeldje.

Ik loop het hele veld langs.
Er lijkt verder weinig veranderd. Waar graven een enkele engel hadden, hebben ze die nog steeds. Een graf met veel kunstbloemen heeft ze ook nog – dezélfde.
Eén graf, waarvan de letters waren weggesleten, is bijgewerkt.

Helemaal op de achterste rij zie ik dit.
Een grafsteen met een koesterend jack. Dat was er nog niet toen ik hier een jaar geleden rondliep.
De steen is voor John Corona (1946-2001) over wie ik verder niets kan vinden.
Dat hij geen obituary heeft verbaast me niet.
Dat heeft vrijwel niemand van de hier begravenen.

Maar dat jack, dat is lief.
Daar heb je wat aan in de koude nachten. Misschien wel meer dan aan een engeltje.

Pet cemetery Sunset Vista

Wanneer ik op 29 september 2011 Sunset Vista Cemetery bezoek, vraagt de caretaker me een week later terug te komen. Aangezien de pet cemetery waar hij me ziet rondlopen er nu niet uitziet maar hij daar volgende week iets aan gaat doen. Schoonmaken.
Ik vertel dat ik een paar weken elders vertoef maar dat ik voor ik terugvlieg nog een paar dagen in Yuma ben en dan zeker zal langskomen.

Op 20 oktober is het zover.
Pet cemetery ziet er op afstand niet anders uit dan anders: een groot grasveld.
Dichtbij blijkt dat er wel degelijk aan is gewerkt: van de stenen op de eerste rij en van enkele op de tweede rij is het onkruid weggehaald. Van de overige stenen niet.
Wat kan verklaren waarom de caretaker uit de verte vriendelijk naar me zwaait maar geen praatje komt maken.

Ik maak wat foto’s (meeste volgen later).
Wat ik nu lief vind om te laten zien zijn de graven van Measles en zijn echtgenote.
Die samen 22 kinderen kregen. De grafsteen van Measles is een beetje schoongemaakt, ik probeerde zelf die van zijn vrouw te reinigen maar dat onkruid is hardnekkig – dat lukte dus niet.
 

Nu ik er toch ben maak ik een rondje rest van de begraafplaats.
Vergezeld door veel vogels met hun gezang (1 roadrunner kruiste de road toen ik de begraafplaats opliep maar wou niet gefotografeerd) lees ik stenen en maak foto’s.
Deze steen is op zijn minst opmerkelijk (even op klikken).

Dan het grote veld met de veteranengraven.
Ook daar zijn bijzondere stenen. Wanneer ik na een uur ermee kap stopt een bestelwagen en een man vraagt waarom ik foto’s maak. Een moment van twijfel. Soms wordt dat nl. niet gewaardeerd.
Nu wel.
Of ik weet dat George W. Bush hier begraven ligt, lacht de man.
Ik zeg dat ik het weet maar dat ik het graf niet ben tegengekomen. Daar, wijst hij.
Achter die boom.

Vooruit dan maar. Ik loop erheen en fotografeer de grafsteen van George W. Bush (1918-1992) die in de Tweede Wereldoorlog in de US Navy heeft gestreden.
Aan de voet van zijn steen de wat overwoekerde steen van zijn vrouw (geb. 1926 en nog niet dood of toch niet hier begraven).
 

Dit is al de tweede keer dat ik door personeel naar deze steen word gewezen.
Ik snap wel dat het iets komisch heeft. Maar toch.
Het is alsof je deze George W. Bush iets wezenlijks ontneemt.

International (of: Independent) Order of Odd Fellows (IOOF) – Section I

Zonder vooropgezet plan rijd ik op 18 oktober 2011 Yuma Cemetery op.
Ik hoop dieren te zien (gebeurt niet – wel hoor ik vogels), ik zal in elk geval even Catholic Section oplopen (doe ik altijd).

Ik zet de auto onder een boom en rechts daarvan is Section I.
De Int’l Order of Odd Fellows. Geen idee wat dat is. Wikipedia leert me later dat het een groepering is die (mij) doet denken aan de Vrijmetselaars (Masonic Lodge).
Misschien geen toeval dat de graven van deze organisaties naast elkaar liggen.
Met kleine stokjes ertussen.
(ik zal me er later in verdiepen beloof ik bij deze)

Het veld dat er op het eerste oog weinig inspirerend uitziet, verrast. Ik zie buitenlandse namen (Duits, Spaans) en Engels dat mogelijk echt ‘Engels’ is in de zin van: daar als pioneer vandaan gekomen.
Grote graven met een hele familie erin (de ene steen mooier dan de andere), veel treurige kleine steentjes met alleen de overlijdensdatum. Engelen, een Madonna. Onleesbare stenen, ingevallen graven, 1 graf, dicht bij een fonteintje, dat bijna wegzakt door het vocht.
Wel wat versiering maar niet erg recent.

Ik loop van Odd Fellows naar de Vrijmetselaars en terug.
Later wanneer ik de foto’s bekijk kan ik niet goed plaatsen welk graf nu waar lag (ik pak dit niet systematisch aan).

Dan stap ik op het eind, ik kan het niet laten, toch nog even de Catholic Section binnen.
Het blijft mijn favoriete deel.
Andere velden kan ik regelmatig met andere velden verwarren, de Catholic Section is uniek.

Graven

 

 

 

 

 

 

Desert Lawn Memorial – inzoomen op ‘achterin’

 
  
 
 

Memorial Day

Op Memorial Day 2011 rijd ik van Kingman naar Yuma. Onderweg doe ik Parker Cemetery aan. Ik wil zien hoe het arme deel achterin erbij ligt. En verheug me ook op de vlaggetjes in het mooie deel. Altijd een feestelijk gezicht.

Het is razend druk. Niet met mensen die hun doden bij een eigen steen gedenken maar met feestvierders. Twee tribunes staan klaar. Een Mexicaans uitziende man (sombrero, gitaar) staat bij een geluidsinstallatie. Auto’s rijden aan en aan. Parkerend naast het arme deel. Want de parkeerplaatsen elders zijn al vol.

De arme begraafplaats lijkt iets opgeknapt. Een aantal verse (maar naamloze) kruisen. Terwijl ik rondloop komt een man aanhollen. Hij plaatst twee vlaggetjes. Een bij een steen waarop staat dat de man in een oorlog heeft gevochten. De ander bij het naamloze kruis ernaast. Ook een soldaat? Zou hij blij zijn met die ene vlag 1x per jaar. En waarom krijgt het 2e naamloze kruis in hetzelfde rijtje niets?
Ik laat er een pebbel bij achter en vertrek. Via een achteruitgang/sluipweg. Want het feest staat nu echt op het punt van uitbarsten.

Quartzsite
Quartzsite cemetery is geheel verlaten. Ik ben de enige bezoeker. Maar iemand ging me voor. Met identieke vlaggetjes en rode glitterkransjes. Voor graven waarop staat dat mensen in oorlogen hebben gevochten. En voor een aantal graven van pioniers. Vochten die ook in oorlogen? Of wordt hun hele leven als ‘oorlog’ (=strijd om het bestaan) beschouwd?
Toch niet, dat laatste, denk ik. Want niet *alle* verder erg primitieve graven (sommige zelfs zonder naam) kregen een vlag.
Misschien streden ze toch in WO I?

Yuma Cemetery
Er is nog 1 begraafplaats waar ik vlaggetjes wil zien. Yuma Cemetery.
De vlaggetjes zijn uitgedeeld en waar nodig ook kruisen, lees ik in de Yuma Sun. Ze worden geplaatst door Sons of the American Legion and American Legion Auxiliary Unit 19 (SAL) – al meer dan 40 jaar. Deze week misten ze ruim 100 kruisen. Die bleken vorig jaar te zijn weggehaald door een andere zorgzame groep. Om vernieling te voorkomen. Nu hebben ze ze terug. En hebben ze ze geplaatst.

Op goed geluk bezoek ik vandaag een paar secties van de begraafplaats. Masonic. Het allerarmste county deel. En -met de auto- de Catholic Section.

Ik zie vlaggetjes maar niet erg veel. Ook hier staan ze bij enkele graven zonder naam of oude stenen waarop niets staat vermeld over het zijn van oorlogsveteraan. Het lijkt wel of deze vrijwilligers beter zijn geinformeerd over wie er op Yuma County is begraven dan de stad zelf (van veel mensen hoorde ik al dat ze daar hierover weinig weten).

Catholic Section wil ik ook nog bezoeken. Geweldig: iemand heeft een vlaggetje bevestigd in de hand van een zegenende Jezus. Het wappert in de wind. Alsof Jezus er boven een graf mee staat te zwaaien.
Misschien heel letterlijk bedoeld: Godd bless the USA?

Moederdag

Vandaag wil ik Desert Lawn Memorial Park nog eens bezoeken.
Dat blijkt geen goed idee.
Auto’s rijden af en aan. O ja: moederdag.
Een slecht moment om als vreemde met een camera er tussendoor te lopen.


Ik rijd door naar het stukje Old Cemetery dat direct achter de heg ligt.
Totale vergankelijkheid. Een grote zandvlakte met een enkele stenen en kruisen. De meeste ervan onleesbaar. Wat er met de rest is gebeurd, is een raadsel.

Bij een zeldzaam graf liggen nog wat (oude) kunstbloemen.
Verder vooral troep. En prikplantjes. En helemaal *niets*.


Ook geen bezoekende familieleden. Al een hele tijd niet meer.
Extra bitter met uitzicht op de aangrenzende begraafplaats.

Er stopt een auto terwijl ik er rondloop.
Een vrouw. Een mooie Latina. Ze komt even langs bij een graf in een aan de zandvlakte grenzend verdroogd grasveld. Om te kijken of haar zuster de bloemen wel goed heeft neergelegd.
We raken aan de praat. Over de contrasten.

Dan gaat ze verder. Naar de buren. Waar haar man begraven ligt.
Zij (67) was 47 jaar met hem getrouwd, vertelt ze. Elke moederdag gaf hij haar een roos.
Nu gaat zij hem een roos brengen.
Lief.

Yuma Cemetery – 3 (Old section)

Wanneer ik op 7 mei 2011 opnieuw Yuma Cemetery bezoek, word ik me erg bewust van wat Liesbeth bedoelde in een commentje met ‘weg van de waan van de dag’.
Er zijn weinig begraafplaatsen waar ik me zo ’tussen de doden’ voel.

Op weg erheen weet ik nog niet welk deel ik zal bezoeken.
Langzaam over de paden rijdend zie ik in het fraaie katholieke deel twee mannen aan het werk bij een graf. Zo te zien knappen ze een steen op. Morgen eens kijken, denk ik. En rijd door naar het verste deel met de aller armoedigste stenen. Ik vermoed dat dit het oudste deel is.

Alleen: het ligt op enkele tientallen meters van een klein parkje (meer een grasveld) waar zwervers rondhangen.
Ik ben niet overdreven bang maar als ik zelf arm was en ik zag een vrouw met een grote auto aanrijden en dan met alleen een camera tussen graven rondlopen zou ik wellicht ook op rare gedachten komen.
Dus parkeer ik verderop en loop naar waar de laatste tien jaar wordt begraven en waar op enkele uitzonderingen na identieke saaie stenen staan.

Door elkaar gewone arme mensen en John Doe’s resp. Unidentified Skeletal Remains (waarop dan staat dat de geboortedatum onbekend is en de sterfdatum ook maar een ‘Gevonden’ datum hebben ze wel).
Mij valt op hoe weinig graven worden onderhouden. Al na een paar jaar (en soms: direct) trekken de achterblijvers de handen er vanaf.
Er zijn uitzonderingen. Met engelen en prullaria.

Een enkel graf stikt van de kunstbloemen.
In het graf ernaast (Unidentified Female) is ook een bosje kunstrozen geprikt.
Zou iemand als ik dat hebben gedaan. Vanwege het contrast. Denkend: dat ene bosje, dat mag vast wel. Het is deze vrouw die eeuwig onbekend zal blijven en aan wier graf nooit nabestaanden iets liefs nalaten, zo gegund.

Of zou de familie van het overladen graf het zelf hebben gedaan? Denkend: ze rusten samen, zij mag ook wel iets leuks hebben in haar leven na de dood.

Daar kan ik uren over nadenken.
En liefst zou ik voor al deze doden iets meenemen. Voor de onbekende botten en voor wie na een paar maanden al geen bezoek meer kreeg.

De familie DeCorse

Lopend over Section B van Yuma Cemetery zie ik in de verte, helemaal in een hoek, een aantal grafstenen in een met keien afgezet perk.

De route erheen voert over prikplantjes. Het perkje zelf is een ietsje beter onderhouden.
Wat op deze begraafplaats al snel het geval is (dat ‘ietsje beter’).

De naam van de overledenen: DeCorse.
Ongeveer 20 graven. Van zeer primitief tot wat bewerkter.
De oudste steen is uit 1891. Van Albert DeCorse (zie foto).
Het meest recente graf is van Evelyn DeCorse, née Curtiss.
Het is uit 1999.

Wie is deze familie, vraag ik me af. En waarom begraven aan het uiterste eind van de begraafplaats.
Op de tweede vraag vind ik geen antwoord. Over de familie vind ik wel informatie. Mooie informatie.
Sprookjesachtig mooi.

One of the most remembered of all of the figures of Yuma’s history during the latter half of the 19th century is Dr. Albert DeCorse.
He established the DeCorse name and its heritage in Yuma’s history in the years proceeding 1868.

Dr. Albert DeCorse set up his medical practice in Yuma in the early 1860s.
He was married to a Yuma Indian Princess named Maria de Luce Diaz and it was a very happy marriage.
Since Mrs. DeCorse could speak five languages and the Doctor could speak Spanish, French, English, and Indian, there fortunately were no language barriers to obstruct his work.

Since a large percent of the wealth of the city was due to mining, DeCorse received mostly gold nuggets in payment for his doctoring fees.
This dedicated family had six children, five boys and one girl.
Dr. DeCorse died on June 1, 1891, at the age of 57.

Het bed van de Richeys

Veel Amerikaanse graven hebben kleine hekjes. Of iets grotere hekjes.
Vaak voor een echtpaar. Soms voor een hele familie.

Doorgaans zijn dat hekjes bedoeld als afrastering: dit stukje aarde is van ons.
De Richeys hebben een bed.
Een groot, ouderwets bed. Dat veel ruimte inneemt in het landschap.

Hij ligt links. Vanuit de kijker gezien. Hij is ook het eerst gestorven.
‘Bud’ werd hij genoemd. Zijn echte voornamen (hier afgekort) zijn James Relaford.

Op de steen: Dec. 1895 – Oct. 1972
Our beloved
Husband and Father
Resting from a job well done.

Mooie tekst vind ik dat: Resting from a job well done. Die zag ik niet eerder.

Zij was 5 jaar jonger en overleed 6 jaar later.
Haar naam is Nora Anne Richey, ‘meisjes’naam Deckard.

Op haar steen: Oct. 18 1900 – Jan. 2 1978
Our beloved Mother
Our Life, Love and Eternal Faith.

Ik weet niet hoe die tekst te interpreteren. Ik dénk dat het iets betekent als: ze heeft ons het leven gegeven en liefde. En verder was ze erg gelovig.
Maar misschien zit ik er helemaal naast.

Wat ik ook nog mooi vind: de bloemen aan het, wat roestige, bed.
Niet vers, maar vers genóeg (ook voor kunstbloemen) in een verwoestend woestijnklimaat.
De zijne rood, de hare geel.

Voor altijd samen in dat bed, afgescheiden van de rest van de wereld.

Fraternal Order of Eagles en Veld K

Op 8 mei 2011 zie ik langs een niet erg groot grasveld een bord staan: Fraternal Order of Eagles.
Het grasveld is matig onderhouden maar de meeste stenen zien er behoorlijk uit.
Klein muurtje er omheen. En daarachter een troosteloze zandvlakte.

Die wil ik eerst zien.

Als je helemaal doorloopt zie je dat het veld eindigt aan een smalle weg.
Amper afgezet is de begraafplaats (paaltjes met slap koord).
Aan de overkant ligt een sloperij met autowrakken.

Kijk dat graf dicht bij de paaltjes er eens treurig bij liggen. Zo aan de straat. Weggemoffeld.
Laat ik dat maar van de andere kant fotograferen. Sjiek wordt het er niet van, maar ietsje minder tragisch.

Zo lijkt het zelfs nog wel wat, dat veld.

Tot je wat beter kijkt naar de meest onleesbare stenen en de kruisen.

Er zijn gelukkig ook een paar uitzonderingen.

Dan alsnog het veld van de Fraternal Order of Eagles. Volgens Wikipedia is dat een organisatie van weldoeners. We hebben o.a. Moederdag aan ze te danken.
“Membership is open to any person of good moral character, and believes in the existence of a supreme being.”
Elders vind ik iets anders: “Het lidmaatschap van de orde staat open voor blanke volwassenen die geloven in een opperwezen. Hoewel de reglementen de toelating van niet-blanken niet formeel verbieden is het, door de wijze van stemming over kandidaten nagenoeg uitgesloten dat zij lid kunnen worden.”

Ik heb geen idee wat waar is, maar op het veld kwam ik een Latina tegen bij het graf van haar broer Arthur Sanchez.
Zij vertelde me dat niet alleen leden van de Orde op het veld konden worden begraven, maar ook hun familieleden. Zij zelf bv.
Wat haar wel verbaasde was de ene steen voor Unknown waarop ik haar wees.

Zelf kan ik die ook niet plaatsen. Al is hierin mogelijk een aanknopingspunt te vinden (weer via Wikipedia): “The organization’s success is also attributed to its funeral benefits (no Eagle was ever buried in a Potter’s Field).”
Maar dan nog. ‘Unknown’ zou dan lid of familie van een lid moeten zijn geweest en om hem of haar als zodanig te herkennen moet die toch een naam hebben gehad.

Nog een laatste blik op het veld en de aangrenzende velden. Nu uitkijkend op vak J en (onder de bomen) het kleine parkje met de daklozen.

Ricardo Aguayo Lino

Een groot maar niet echt mooi graf op een veld met voornamelijk kleine, identieke arme-mensen-steentjes.

Op de steen een naam en de jaren 1932-1951. Verder een kruis en een klein bosje bloemen.
Ik zoek het death certificate op. Dat kan in Arizona.
Niet alle overlijdens- en geboorteberichten staan op deze site. Maar een deel wel. Tot 1960 althans.

Uit dit Certificate of death blijkt dat Ricardo is geboren in Mexico en dat hij daar ook woonde. Hij werkte als landarbeider.

Op 19 juni 1952 is hij dood aangetroffen in de woestijn 15 mijl ten zuiden van Yuma.
Doodsoorzaak: uitdroging. Wat weer is veroorzaakt door: Lost on desert without water.
Op het formulier staat nog: Interval between onset and death 2 days.
Ik vermoed dat dat een soort gegeven is. Dat je na twee dagen zonder water in de woestijn doodgaat.

Tegenwoordig overlijden veel mensen in die woestijn omdat ze in de hoop op een beter leven in Amerika vanuit Mexico er doorheen trekken. Zonder water of met te weinig water.
Wat deed Ricardo daar? Hij woonde volgens het document in Mexico. Was hij ook wat we nu een illegal alien noemen?

Ik probeer na te gaan hoe het destijds zat met Mexicaanse arbeidskrachten in de VS.
Wat vooral naar voren komt is hoe ambivalent door de jaren heen met ze is omgegaan. Van van harte welkom via uitgebuit naar eruit gezet naar weer toegelaten.
En nu dus weer ongewenst.

In welke periode van gewenst/ongewenst Ricardo in de woestijn belandde weet ik niet.
Mogelijk was hij ook helemaal niet op zoek naar werk.

Opmerkelijk: dat hij in Yuma is begraven en niet thuis. Met een relatief mooi graf (voor deze begraafplaats).

Glad to be of help

Laatst overviel me: kan dit wel.
Wat raar was want ik ben nu bijna een jaar met deze site bezig en eerst kon ik er voor mijn gevoel niet genoeg tijd aan besteden.
De twijfel sloeg toe om twee redenen.
Ik heb nog enkele begraafplaatsen (en vele graven) ‘liggen’ uit Amerika. Maar wat ik in september voelde kan ik nu alleen nog globaal terughalen. En zo was het niet bedoeld. Het gaat me juist om eerste indrukken, directe ervaringen.

De andere reden was een zekere gêne mbt de begraafplaatsen hier.
Mocht ik wel spitten in het verleden van mensen wier nabestaanden het mogelijk zouden lezen? Deed ik misschien mensen pijn.

Gisteren krijg ik mail. Een Amerikaanse vrouw vraagt me een Memorial die ik op Find a Grave zette aan haar over te dragen. Het graf ligt op dat prachtige, slecht onderhouden maar betoverend mooie Yuma Cemetery en is van haar overgrootvader (“ggrandfather“).
I would like a transfer so I can write up a nice bio of his life and death—he died while swimming in a river and left a wife and eleven children.”

Natuurlijk draag ik de Memorial over. Dan stuurt ze me een verzoek.
I am having a hard time finding the grave of his wife. I was told she is also in the Yuma Cemetery but when I called, they were unable to locate any information on her.
Several years after her husband died, she remarried but it wasn’t a good marriage and they separated.
When she died, she still had the second husband’s name. But because of the 11 children and the stories I’ve been told, I still think she is buried either next to her first husband or somewhere in the Yuma Cemetery.
So, since you spend time in Yuma, if you ever run across Mary D. Trull or Mary D. George 1874-1943, please let me know.”

Ik heb geen idee wáár ik de steen zou moeten zoeken en Yuma Cemetery is enorm.
Maar na het doorzoeken van mijn foto’s vind ik twee overzichtfoto’s waarop de steen van ggrandfather op de achtergrond staat.
Ik dénk nu te weten in welk deel van de begraafplaats dit is.

In mei ga ik zoeken.
Vooral blij dat dit niet een rare privé obsessie is maar dat ik er ook iets mee kan betekenen voor anderen.

 

Catholic Section – 2

In september 2010 bezoek ik opnieuw Yuma Cemetery.
1x ga ik naar de Old Section (die mogelijk anders wordt genoemd), 3x naar de Catholic Section.
Twee keer loop ik rond in hetzelfde deel. De tweede keer herken ik wat ik al eerder zag maar ook valt me steeds iets nieuws op.

Bloedheet is het (45+ graden Celsius).
En het is dat zelfs betovering het na een uur, maximaal anderhalf aflegt tegen oververhitting – anders zou ik langer blijven.
Nu rest me niets anders dan telkens teruggaan.
Wat ik zal blijven doen.
Me buigend over vervallen graven, ingestorte kruisen, onthoofde beelden.
Andere beelden met priemende ogen.

Pas thuis merk ik: deze begraafplaats is op Find a Grave nog nauwelijks in kaart gebracht.
Zeker het zo mooie katholieke deel is vrijwel onontgonnen gebied.
Wel is voor de 1e burgemeester van Yuma, Jose Maria Redondo, een Memorial opgericht.
De informatie daar geeft een mooi beeld van hoe het leven meer dan een eeuw geleden in Yuma was.

 
 
 
 

Aldo Galaviz (en de bierflesjes)

The Catholic Section van Yuma Cemetery is een curieus mengsel van hoopjes verhoogde aarde, ingezakte hekjes, onleesbare stenen en protserige beelden.
Dit trekt mijn aandacht en het valt niet mee om in het geheel van goede gaven te achterhalen wie wordt herdacht.

Het blijkt te gaan om Aldo Galaviz, een scholier die op 16-jarige leeftijd om het leven kwam.
Auto vloog over de kop: On Friday, Cibola students Miguel Angel Juarez Jr., 16, Aldo Galaviz, 16, and Diana Gil, 16, died after the vehicle they were riding in rolled over on Avenue C, near County 13th Street.
The driver of the vehicle, Juan Manuel Lopez Jr., 19, also died.
Excessive speed may have been a factor in the accident, according to Lt. Eben Bratcher of the Yuma County Sheriff’s Office.

Opmerkelijk vind ik aan de voet van het bouwwerk de lege fles bier.
Omdat ook in Amerika 16 te jong is om te mogen drinken.

Iets verderop nog een graf met een flesje bier (light dit maal).
Eigenlijk zie ik dat best vaak. In het echt dan. Niet op FindaGrave.
Hoe dat komt, weet ik intussen ook (althans deels).
Een vrouw met wie ik via FaG een paar keer mailde vertelde me dat zij de bierflesjes altijd weg-photoshopt.
So much for kijk eens, zo ligt het graf van uw achteroom er dus bij.

Nog wat bier op Yuma Cemetery

 

Yuma Cemetery – 2 (Old section)

Ik houd van deze begraafplaats.
Toen ik er de eerste keer kwam, werd ik direct aangetrokken door de Catholic section.
Het verval trof me pijnlijk maar de ooit nagestreefde pracht en praal met de mooie beelden: geweldig.

In september 2010 ben ik er opnieuw.
Drie keer loop ik er rond. Twee keer door het katholieke deel.
De laatste keer in een ouder deel (er zijn meer oudere delen).
Het ‘oogt’ niet erg, zo op het eerste gezicht.
Al die saaie stenen. Met een enkele grotere er tussen.
Als je beter kijkt zie je de details, de enkele bloem bij een ‘Unkown’, het engeltje op een onverwachte plek.

Erg veel onbekende doden hier.
Maar ook graven van mensen met namen. Slecht onderhouden, niet onderhouden. Terwijl de graven vaak niet eens zo oud zijn.

Ook nu nog worden hier mensen begraven.
Met naam en zonder naam. Naast elkaar.

Niet door de City of Yuma – zoals ik daarom dacht. Het gebeurt allemaal door ‘private companies’.
Het enige dat Yuma doet is de paden bijhouden en de prullenbakken legen.

Wat ik niet begrijp is deze steen.
Al die namen die zo op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben.

Graven

 
 
  
 
 
 

Beenderen


Yuma heeft drie begraafplaatsen.
Twee sjieke, een die niet (meer) wordt bijgehouden maar waar nog steeds mensen worden begraven: Yuma Cemetery.
Deze begraafplaats is enorm groot. Sommige graven liggen er netjes bij – dankzij de familie. De meeste niet.

Op deze begraafplaats worden ook de onbekende doden begraven.
Tussen de andere doden. En soms in een bepaalde hoek heel véél.

Er is geen lijn in hoe ze worden aangeduid.
Soms heten ze John Doe. Maar ook is (o.a.) mogelijk: Unknown, Unidentified Male, Baby unknown, Unknown adult bones, Unidentified Skeletal Remains.

Op een dag heb ik een uur lang hun stenen gefotografeerd. Ik hoefde er maar 1 veld voor te belopen. Veel zoeken was er niet bij.
Nu ben ik al een paar dagen bezig ze in Find a Grave in te voeren. Ik ben nog niet halverwege.
Waarom het er zo véél zijn hier?
Mogelijk -net als in Holtville- omdat er veel illegalen de oversteek vanuit Mexico niet hebben gehaald en in de woestijn zijn overleden.
Heel soms staat er een overlijdensdatum bij, maar meestal is het F of FD – de datum waarop het lichaam, of wat er nog van over is, is gevonden.

Let ook op die steen met ‘Unknown adult bones – baby sec’.
Lag er een dode baby bij de volwassen beenderen? Was de vrouw zwanger?