Liberty Cemetery

De begraafplaats van Liberty bezoek ik op mijn eerste dag in Amerika: 5 mei 2011.
Liberty ligt bij Buckye en is niet echt (meer?) een plaatsje. De begraafplaats ligt open in de velden. Hekje er omheen. Hij is oud, er wordt al vele tientallen jaren niet meer begraven. Ruimte genoeg overigens.
Eerste reactie: teleurstelling. Is dit alles? Deze vervallen stenen, zand, enkele prikplantjes, veel dieren’graven’ en – (voor mij: opmerkelijk) de naam Cemetary.
Is dat een verschrijving? Of noemde men vroeger begraafplaatsen ook wel zo?

Wat kan hier nou te zien zijn, denk ik.
Dat is dus het bord voor de kop van iemand met jetlag die al 2 uur heeft gereden en weet dat ze nog 3 uur moet.
Twee minuten met de voeten letterlijk in los zand en ik realiseer me weer dat elke begraafplaats betovert. Hier is het de vergankelijkheid. De graven waarvan niets meer over is behalve wat stenen. Vervaagde grafstenen. Die ‘dit is onze dode’-hekjes die soms nog omhoog staan terwijl wat er tussen lag is vergaan.

Maar ook de teksten op de stenen. De kinderen. Soms enkele uit hetzelfde gezin snel na elkaar overleden.
De vrouwen aangeduid met hun naam en ‘Mother’.
Bij enkele graven ligt nog wat versiering. Kunstversiering. Hij oogt vers. Maar gezien de staat van de graven kan ik me niet voorstellen dat hij recent is neergelegd.

Terwijl ik rondloop, van onbekende wereld naar onbekende wereld, zie ik op 1 van de stenen zuiltjes aan de rand van de begraafplaats een beeldje dat beweegt. Een vogel! Een uil? Ik neem vanuit de verte foto’s maar mijn camera heeft geen verre zoom en ook niet zo’n goede lens.
Dus probeer ik langzaam onopvallend dichterbij te komen en dan nog eens te fotograferen.
En ja, het is hem! De burrowing owl. Ook wel zanduil genoemd. Goeie kans dat 1 van de gegraven holen van hem is.

Dan nog een familiegraf met een eigen verhaal (kind doodgeboren, moeder dood bij de bevalling) en pas wanneer ik wil weglopen zie ik dat iemand onder aan de vlaggenpaal een beeldje van een engeltje heeft gezet. Een zo te zien echt nieuw beeldje.
Een perfect eind van dit bezoek. Ook perfect: dat ik het pas zie wanneer ik wegloop.

[Update: later vond ik de geschiedenis van deze begraafplaats. Irritant dat de pagina spontaan scrollt en een muziekje draait. Maar interessant om te lezen mn ook hoe herhaaldelijk is geprobeerd dit cemetery op te knappen en waarom er geen bomen (meer) staan.]

Pioneer Cemetery

Ik rijd Gila Bend uit naar het noorden. Over het spoor, onder een viaduct en al snel verandert het asfalt in zandpad.

Het is mijn eerste dag in Amerika, 8 september 2010, en wanneer ik in de verte Pioneer Cemetery zie liggen denk ik: zo moet een begraafplaats eruit zien. Duidelijk zichtbaar in de verte. Iets hoger dan het land er omheen. Met een duidelijk bord. En palmen.
Wanneer ik vlakbij ben komt me een auto tegemoet. Een ouder echtpaar. We zwaaien naar elkaar.
‘Mensen zoals ik’ denk ik. Tacophiles.

Dit is een van de mooiste begraafplaatsen die ik ken.
Hij kent variatie maar het meeste dat ik zie is prots en praal. Met heiligen en engelen. Met banken en bloemen en beren.
Ik probeer het systematisch aan te pakken. Nu twee rijen. En een volgend keer de andere twee. Dan blijft er nog iets in het midden over maar dat is prima – hier kom ik vaker terug (Gila Bend ligt op mijn route tussen Phoenix en Yuma).

De tweede keer dat ik er kom is precies een maand later.
Ik fotografeer de twee andere rijen, ben dan klaar (althans, voor nu) en rijd langzaam richting uitgang.
Wanneer ik opeens een hekwerk zie met daarin een enorm beeld.

Jezus. Met het bloedend hart.
Dat is de Jezus die bedroefd is omdat mensen niet in hem geloven.

Ik kijk hem in de ogen.
Ik voel me geïntimideerd.
Ik kan het óók niet helpen dat ik niet geloof.

Graven

Op Pioneer Cemetery ziet bijna elk graf er bijzonder uit.
Dit is een willekeurige selectie.



  
 

 

Ginny Blue

Aan de rand van deze begraafplaats ligt het graf van een vrouw.
Op de steen staat een woestijnlandschap met opkomende (of ondergaande) zon.
Blue is haar achternaam. Haar voornaam Virginia. Roepnaam Ginny. 1938-1996.
First Lady Mayor.

Ik wil meer van haar weten.
Ik denk: dat vind je vast makkelijk via google.
Maar wat ik ook invoer: ik word niet wijzer over deze 1e vrouwelijke burgemeester van Gila Bend.
Wel stuit ik op een groep op Facebook waar mensen die in Gila Bend wonen (of er ooit woonden) elkaar treffen en -vooral- herinneringen ophalen.
Zoals deze.

Dan kijk ik nog eens goed op de grafsteen.

Aha. De First Lady Mayor was (zie links) ook nog moeder en (zie rechts) inderdaad: teacher.
Ik zou dolgraag weten hoe het nou zit met haar burgemeesterschap.
Maar ik aarzel om de mensen in die groep aan te schrijven met: ik ben Nederlandse en ik ben dol op begraafplaatsen en ik zag dit graf en “wie is die vrouw”.

Mountain View Cemetery – 2

In september 2010 bezoek ik opnieuw deze begraafplaats.
Twee keer loop ik er rond.

Het blijft bijzonder dat deze begraafplaats direct aan de grootste straat van Kingman ligt – je bent in een andere wereld met doden en verdriet en herinneringen en voorbije liefdes en uit je ooghoek zie je de auto’s en de motorrijders en een enkele voetganger.

Imposant grote beelden heeft Mountain View Cemetery niet. Geen metershoge gebeeldhouwde engelen.
Wel veel kleine beelden, stenen met foto’s, frutsels en prutsels.

Ik vind het hier prettig.
Ik bezoek eerst delen waar ik niet eerder was en ga dan ook nog langs bij het deel dat ik een half jaar eerder verkende: direct links achter de poort.
Sommige graven blijven gekoesterd met bloemen en nieuwe beeldjes.
Andere zie ik in een paar maanden al verslonzen.

Het is een mooie gedachte dat ik elk half jaar deze begraafplaats zal bezoeken.
Telkens wanneer ik er rond loop is het alsof ik mezelf een kadootje geef.

Richard en Kyong (en James)

Sommige grafstenen vertellen (een deel van) het verhaal zonder dat je veel hoeft te googlen.
Richard vocht in Vietnam met de US Air Force.
Wanneer hij erheen ging weet ik niet, maar ergens in het begin van de jaren zeventig werd hij verliefd op Kyong H.
In 1974 (tegen het eind van de oorlog) trouwden ze.
Hij was toen bijna 40 jaar, zij was 37.
Best oud, zeker voor die tijd, denk ik.
Waren er eerdere huwelijken voor beiden of één van beiden? Of kwam de liefde gewoon laat.

In de Kingman Daily Miner vind ik een Obituary.
Richard Burns diende 22 jaar in het leger, toen werd hij een Mohave County corrections officer. Dat is volgens mij een cipier.
Na 10 jaar ging hij met pensioen.

Citaat: “He is survived by his wife, Kyong H. Burns of Kingman; and remaining two children, son, John Burns from Ypsilanti, Mich., and daughter, Tina Burns-Paulson from Kingman.” Aangezien naast hun graf een graf is voor James Robert Burns (1975-1995) die eruit ziet als een prachtig kind van een verbintenis van twee rassen vermoed ik dat hij hun eerste zoon was.
Even rekenen. Hij werd geboren in februari terwijl zijn ouders trouwden in juli. Ze was toen dus al zwanger.

James Robert Burns was amper twintig toen hij dood ging.
De vlaggetjes doen vermoeden dat ook hij in een oorlog heeft gevochten.
Ik kan het niet vinden (de Obituaries in de Kingman Daily Miner gaan slechts tien jaar terug).

 
Opvallend zijn de foto’s.
Op de steen van de vader het prachtige jonge stel met de beeldschone exotische vrouw. En dan 34 jaar later.


Op de steen van de zoon de beeldschone jongen. Een maal in een pak met das. Een maal ‘ontspannen’ in t-shirt.
(even klikken op de foto’s voor vergrotingen)

Engelen op Mountain View Cemetery

 
 
 
 
 
 

Andere beelden op Mountain View Cemetery

 
 
 
 

Jacob Daniel McLean

Ik loop rond op deze begraafplaats op zoek naar engelen en heiligen en graven die op een andere manier zijn versierd.
Dit graf trekt mijn aandacht. Poppetjes van Sesamstraat. De horen-zien-zwijgen-aapjes. Nog veel meer prullaria.
Teksten over bier. ‘Adios Amigos.’ Wijze, vrolijke woorden.
Een steen met de tekst ‘Turn me over’. Ik kan de steen niet weerstaan. Ik draai ‘m om en kijk.
‘Thank you’ staat op de andere kant.
Ik leg ‘m weer terug.
Wie is deze Jake. “Music Is My Religion.”

Jake was drummer in een band. De Mighty Whities: It all started about 1998 when friends Jake(drums) and Roy(guitar) started to put some things together. They then began their search for a bass player. They found Jake-nick name Chucklebone. Chucklebone is a natural talent who plays a 5 string. Chucklebone helped write some of the material they used. The band was now formed, and took on the name Mighty Whities.
Je kunt via die link muziek van ze beluisteren. Het is een metal band. Ze maakten een paar platen.

Zoekend naar hoe Jake is overleden vind ik eerst zijn Obituary.
Some will open the newspaper today and your minds will be blown by the news that Jake is gone. Others will have already heard and be grieving in their own ways.
On May 16, 2007, Jacob Daniel McLean, 32, passed away. He was born Oct. 2, 1974. He was preceded in death by his mother, Daniella Van Slogteren, and her father, Daniel Joseph Van Slogteren; his grandfather, Eldon McLean, and grandmother, Constance Braswell.
Jake had an eccentric taste in music and collected albums, beer signs and Elvis Presley paraphernalia. (Hello – he took the day off work when James Brown died!) His big dreams were music and to own a bar of his own someday. I guess that’s why he loved working for a beer company!

(stukje over zijn familie – dan:)
Our family thanks to all of you for being in Jake’s life and making him laugh through the good and the bad. Over the past few days, I’ve seen grown men cry like little babies because they are going to miss Jake so much.
Join us in the Hualapai Mountains for a “Jake-style Gathering” beginning at 11 a.m. on Saturday, May 19. Bring your chairs and ice chests, and let’s celebrate the time we all spent with Jake. (That means all you funeral-hating people, too!)
Be sure to stop at the window and let the park ranger know you are with the McLean family gathering in Recreation Area 2.

Terugbladerend in de Daily Miner vind ik een verslagje van hoe Jake McLean is verongelukt. Er wordt daarin nader onderzoek beloofd maar daarover vind ik niets meer.

Ik neem me voor het graf in mei 2011 nog een keer te bezoeken.
Even stilstaan bij deze man. Kijken of er nog frutsels zijn bijgekomen.
De steen nog een keer omdraaien (’thank you’).

Hackberry Cemetery

Hackberry is een oud (zilver)mijnstadje dat op een paar honderd meter van Route 66 ligt, ongeveer 20 mijl van Kingman.

Hackberry is gesticht in 1874. Er waren mijnwerkers, cowboys en mensen die iets met het spoor deden.
De mijn ging dicht in 1914.
Nu wonen er nog steeds mensen. Er is een gravel pit.
Verder lopen er koeien.

Ik bezoek de begraafplaats op 26 september 2010.
Op de site van ACPRC vind ik een goede beschrijving hoe ik er kom. Een aanwijzing is zo logisch dat ik hem zelf had kunnen bedenken ware het niet dat ik rijdend over kronkelende zandwegen niet altijd logisch denk: let op de cypressen. Die staan nl. langs de zijkant van de cemetery.

Dit is 1 van de interessantste begraafplaatsen die ik tot nu toe heb bezocht.
Hij ligt mooi, er is veel te zien. Geen eenvormige stenen naast elkaar. Een prachtige combinatie van oud en nieuw, van goed onderhouden en vervallen.

Catholic Section – 2

In september 2010 bezoek ik opnieuw Yuma Cemetery.
1x ga ik naar de Old Section (die mogelijk anders wordt genoemd), 3x naar de Catholic Section.
Twee keer loop ik rond in hetzelfde deel. De tweede keer herken ik wat ik al eerder zag maar ook valt me steeds iets nieuws op.

Bloedheet is het (45+ graden Celsius).
En het is dat zelfs betovering het na een uur, maximaal anderhalf aflegt tegen oververhitting – anders zou ik langer blijven.
Nu rest me niets anders dan telkens teruggaan.
Wat ik zal blijven doen.
Me buigend over vervallen graven, ingestorte kruisen, onthoofde beelden.
Andere beelden met priemende ogen.

Pas thuis merk ik: deze begraafplaats is op Find a Grave nog nauwelijks in kaart gebracht.
Zeker het zo mooie katholieke deel is vrijwel onontgonnen gebied.
Wel is voor de 1e burgemeester van Yuma, Jose Maria Redondo, een Memorial opgericht.
De informatie daar geeft een mooi beeld van hoe het leven meer dan een eeuw geleden in Yuma was.

 
 
 
 

Aldo Galaviz (en de bierflesjes)

The Catholic Section van Yuma Cemetery is een curieus mengsel van hoopjes verhoogde aarde, ingezakte hekjes, onleesbare stenen en protserige beelden.
Dit trekt mijn aandacht en het valt niet mee om in het geheel van goede gaven te achterhalen wie wordt herdacht.

Het blijkt te gaan om Aldo Galaviz, een scholier die op 16-jarige leeftijd om het leven kwam.
Auto vloog over de kop: On Friday, Cibola students Miguel Angel Juarez Jr., 16, Aldo Galaviz, 16, and Diana Gil, 16, died after the vehicle they were riding in rolled over on Avenue C, near County 13th Street.
The driver of the vehicle, Juan Manuel Lopez Jr., 19, also died.
Excessive speed may have been a factor in the accident, according to Lt. Eben Bratcher of the Yuma County Sheriff’s Office.

Opmerkelijk vind ik aan de voet van het bouwwerk de lege fles bier.
Omdat ook in Amerika 16 te jong is om te mogen drinken.

Iets verderop nog een graf met een flesje bier (light dit maal).
Eigenlijk zie ik dat best vaak. In het echt dan. Niet op FindaGrave.
Hoe dat komt, weet ik intussen ook (althans deels).
Een vrouw met wie ik via FaG een paar keer mailde vertelde me dat zij de bierflesjes altijd weg-photoshopt.
So much for kijk eens, zo ligt het graf van uw achteroom er dus bij.

Nog wat bier op Yuma Cemetery

 

Yuma Cemetery – 2 (Old section)

Ik houd van deze begraafplaats.
Toen ik er de eerste keer kwam, werd ik direct aangetrokken door de Catholic section.
Het verval trof me pijnlijk maar de ooit nagestreefde pracht en praal met de mooie beelden: geweldig.

In september 2010 ben ik er opnieuw.
Drie keer loop ik er rond. Twee keer door het katholieke deel.
De laatste keer in een ouder deel (er zijn meer oudere delen).
Het ‘oogt’ niet erg, zo op het eerste gezicht.
Al die saaie stenen. Met een enkele grotere er tussen.
Als je beter kijkt zie je de details, de enkele bloem bij een ‘Unkown’, het engeltje op een onverwachte plek.

Erg veel onbekende doden hier.
Maar ook graven van mensen met namen. Slecht onderhouden, niet onderhouden. Terwijl de graven vaak niet eens zo oud zijn.

Ook nu nog worden hier mensen begraven.
Met naam en zonder naam. Naast elkaar.

Niet door de City of Yuma – zoals ik daarom dacht. Het gebeurt allemaal door ‘private companies’.
Het enige dat Yuma doet is de paden bijhouden en de prullenbakken legen.

Wat ik niet begrijp is deze steen.
Al die namen die zo op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben.

Graven

 
 
  
 
 
 

Parker Community Cemetery (2)

Op 4 oktober 2010 ben ik voor de tweede maal op deze begraafplaats.

Dit keer laat ik het groene gras letterlijk links liggen en rijd door naar het oude deel achterin rechts waarvan ik bij het vorige bezoek alleen de rand zag.

De ‘Garden of Hope’ zoals het heet, ligt er troosteloos bij.
Zand, gaten, vergane stenen, veel stort in elkaar. Ook graven van onbekenden of misschien van ooit wel bekenden maar nu is er alleen nog een vergaan kruis – of zelfs dat niet. Heel vreemd: een paar mooie, recente graven hiertussen.
Dat begrijp ik echt niet want wie een lap grond kan afbakenen en zich een mooie steen kan veroorloven legt zich toch niet te ruste op de stoffige, inzakkende Garden of Hope? Die kiest voor een plek aan de overkant, in de Garden of Tranquility.

Wat me in het bijzonder treft: wanneer ik net ben begonnen met fotograferen stopt een rode pick-up waaruit een vrouw stapt van een jaar of dertig met een klein meisje. Ze leggen een boeket neer bij een graf (dát graf bezoek ik nu niet, er zijn grenzen aan mijn inbreuk op een anders privacy).
Dan steken moeder en kind (ik neem aan dat het dat zijn) het pad over naar het gedeelte ‘groen’.
Geen treurige blik meer, geen extra bloemen.

Een vrolijk huppelend meisje met een moeder die vriendelijk naar mij zwaait.
Alsof ze er, eenmaal hier, een uitje van maken.
Alsof een bezoek aan een begraafplaats heel normaal is.
Alsof de doden niet eng zijn maar een onderdeel van ons leven. Onze eigen doden en de andere doden.

Misschien projecteer ik teveel maar ik hoop dat dit is wat de moeder haar dochtertje wil leren.

Graven Garden of Hope en 1 cherubijn van de overkant

 

 
 
 

Kruisen

 
 

 
 

 
 

Los

De Garden of Hope van Parker Cemetery wordt niet onderhouden en is ‘slordig’.
Het leidt tot graven die er treurig uitzien, helemaal vervallen.
Het leidt ook tot ornamenten zomaar los in het zand.
Ooit hoorden ze bij een graf, nu is zelfs als je je best doet niet meer te achterhalen bij wélk dan.

Ik heb er niet speciaal naar gezocht.
Deze foto’s zaten toevallig in de verzameling.
Vooral het engeltje vind ik erg mooi.
Ik heb overwogen het rechtop te zetten.
Maar volgens mij hoort het zo.

 
 

Het spoor terug: Vallance Galen Arkie

Op de meeste Amerikaanse begraafplaatsen loop ik een uur, soms anderhalf, rond. Heel soms twee.
Ik maak per begraafplaats ongeveer 200 foto’s, soms meer, soms minder. Van in totaal -schat ik- 150 graven.

Wat me raakt valt niet in een paar woorden uit te leggen.
De kindergraven natuurlijk. En de pubers en de jongvolwassenen. Levens letterlijk gebroken voordat de knop een bloem kon worden.
Als het kan probeer ik wat er gebeurd is via google te achterhalen.

Zelden google ik de overleden militairen.
Cynisch misschien maar: sterven in de oorlog is all in the game.

Vandaag doe ik het toch.
Vallance Galen Arkie. Dood op 3-9-1967, net voor zijn 20e verjaardag.
In Vietnam. Vermeld op de Vietnam Veterans Memorial Fund Wall en op Virtual Wall Org – met foto.

Dat is niet alles.
Zijn middelbare school heeft een website waarop iemand vertelt dat ze naar een muur met namen van gevallen soldaten ging en daar zijn naam en die van twee andere in de Vietnam-oorlog gesneuvelden opzocht.
I knew I had to find their names on the ‘wall’ thinking that if I touched their name they would know that I apologize for the hell they had endured. I wanted them to know that we truly care about the Vietnam Veterans even though they weren’t shown the respect they should have been given back then. That part I will never get over as long as I live.
We must always separate the War from the Warrior.

Dit bericht wordt gevonden door een Australiër, Geoff O’Donnell, die haar op 13 september 2010 mailt: “This is probably a bit strange but…I am an Australian and was in Vietnam on leave late last year with my family. I purchased a “dog tag” from a street vendor..VG Arkie who I have since found was killed in March 1967. I have tracked down his military listing, and a memorial at Parker High and your tribute to him on another website (VVMF). I would like to return this tag to his family if that is possible.”
Lees het hele verhaal hier. Of in de Daily Kos.