Yuma Cemetery – 2 (Old section)

Ik houd van deze begraafplaats.
Toen ik er de eerste keer kwam, werd ik direct aangetrokken door de Catholic section.
Het verval trof me pijnlijk maar de ooit nagestreefde pracht en praal met de mooie beelden: geweldig.

In september 2010 ben ik er opnieuw.
Drie keer loop ik er rond. Twee keer door het katholieke deel.
De laatste keer in een ouder deel (er zijn meer oudere delen).
Het ‘oogt’ niet erg, zo op het eerste gezicht.
Al die saaie stenen. Met een enkele grotere er tussen.
Als je beter kijkt zie je de details, de enkele bloem bij een ‘Unkown’, het engeltje op een onverwachte plek.

Erg veel onbekende doden hier.
Maar ook graven van mensen met namen. Slecht onderhouden, niet onderhouden. Terwijl de graven vaak niet eens zo oud zijn.

Ook nu nog worden hier mensen begraven.
Met naam en zonder naam. Naast elkaar.

Niet door de City of Yuma – zoals ik daarom dacht. Het gebeurt allemaal door ‘private companies’.
Het enige dat Yuma doet is de paden bijhouden en de prullenbakken legen.

Wat ik niet begrijp is deze steen.
Al die namen die zo op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben.

Graven

 
 
  
 
 
 

Beenderen


Yuma heeft drie begraafplaatsen.
Twee sjieke, een die niet (meer) wordt bijgehouden maar waar nog steeds mensen worden begraven: Yuma Cemetery.
Deze begraafplaats is enorm groot. Sommige graven liggen er netjes bij – dankzij de familie. De meeste niet.

Op deze begraafplaats worden ook de onbekende doden begraven.
Tussen de andere doden. En soms in een bepaalde hoek heel véél.

Er is geen lijn in hoe ze worden aangeduid.
Soms heten ze John Doe. Maar ook is (o.a.) mogelijk: Unknown, Unidentified Male, Baby unknown, Unknown adult bones, Unidentified Skeletal Remains.

Op een dag heb ik een uur lang hun stenen gefotografeerd. Ik hoefde er maar 1 veld voor te belopen. Veel zoeken was er niet bij.
Nu ben ik al een paar dagen bezig ze in Find a Grave in te voeren. Ik ben nog niet halverwege.
Waarom het er zo véél zijn hier?
Mogelijk -net als in Holtville- omdat er veel illegalen de oversteek vanuit Mexico niet hebben gehaald en in de woestijn zijn overleden.
Heel soms staat er een overlijdensdatum bij, maar meestal is het F of FD – de datum waarop het lichaam, of wat er nog van over is, is gevonden.

Let ook op die steen met ‘Unknown adult bones – baby sec’.
Lag er een dode baby bij de volwassen beenderen? Was de vrouw zwanger?

  
  
  

Removed from Stoval

Op een deel van Yuma Cemetery waar veel graven van onbekende doden zijn staan resp. liggen ook deze grafstenen.
Unknown met een getal. En dan: Removed from Stoval. En een datum: 15 januari 1956.

Ik heb lang zitten puzzelen op wat ‘Stoval’ toch wel was.
Ik dacht aan een plek als een steengroeve. Maar hoe ik ook zocht, ik vond geen Engels woord dat op ‘stoval’ leek.
Iemand anders keek beter dan ik op de kaart van Arizona.
Op ongeveer 60 mijl ten oosten van Yuma ligt het mini-plaatsje Stoval.
Mini-plaatsje is er al een te groot woord voor.

Nu ga ik zelf verder googlen. Ik vind mbt Dateland en omliggende plaatsen (waarvan Stoval er één is):
During the 1940’s, Dateland Arizona was the site for two of General Patton’s desert training camps, Camp Horn and Camp Hyder. In addition, in 1942, three airstrips were built here in Dateland for training B25 Bombers. Unfortunately, the airfields were only utilized for about two months. The buildings that were built for the airstrips were later used as part of an Italian internment camp. Of course, all of the buildings are long gone, but the airstrips, and many of the original foundations are still in existence.
Een kamp voor krijgsgevangenen.
Ik denk nu bij gebrek aan echte kennis (ik benaderde nog wel de historical society van Yuma, zou antwoord krijgen, maar dat kwam niet):
Dit zijn mogelijk resten van onbekende doden die bij dat kamp waren begraven. En die in 1956 zijn opgegraven en verplaatst naar Yuma.

Mogelijk is het heel anders.
Ik probeer ook maar wat zaken aan mekaar te breien.

De stenen lagen overigens wel in hetzelfde gebied van Yuma Cemetery maar niet naast elkaar.

  

Nog 1x

Vandaag, 7 oktober 2010, is mijn laatste dag in Yuma (tot volgend jaar mei 2011 – ik heb al gereserveerd).
Ik wil nog 1 bezoek brengen aan het Yuma Cemetery. Mijn plan: nog een stukje Catholic Section. Met de engelen en Maria en Jezus.

Het terrein oprijdend denk ik: misschien heel even kijken naar het oude deel, de ogenschijnlijk saaie graven.
Ik rijd erheen, wil daar parkeren maar er is een parkje waar zwervers liggen te slapen. En misschien ben ik overdreven waakzaam maar ik rijd toch een klein stukje verder.
En kom dan in een deel met afgebladderde en ingestorte stenen en kruisen en onduidelijke graven en ‘unknown male’. Veel daarvan – erg veel. Ik neem me voor ze allemaal een plaats te geven op internet.

1970 zie ik – alles is op jaartal.
Ik blijf lopen tot het hier en nu. Ben ook ‘bones’ tegengekomen en ‘John Doe’ en ‘unid. ske rem’ wat denk ik iets betekent als ‘niet geidentificeerde resten van een skelet’.

Na anderhalf uur twijfel ik tussen ‘onstopbaar’ en ‘emoties verwerken’. Wat wel nodig is na werkelijk tientallen John Does op een erg klein veld.
Pas wanneer ik naar mijn auto loop realiseer ik me dat de onbekende doden wel treurig zijn, maar de bekende doden wier graven al na een paar jaar ernstig zijn verwaarloosd misschien nog wel treuriger.

(foto’s ergens dit najaar)

I can still taste you

Een belangrijk aspect van dit weblog is ‘respect’.
Respect voor de doden, respect voor hun begraafplaatsen, respect voor wie om ze treuren en ook respect voor wie niet (meer) om ze treuren.
Dat is niet iets dat ik me heb voorgenomen, dat komt vanzelf.

Ik zou willen zeggen: loop zelf eens over een begraafplaats en je weet wat ik bedoel.
Het kán gewoon niet – daar ronddwalen en dan kritisch kijken en er ‘tssk’ het *jouwe* van te vinden wanneer je iets ziet dat je niet herkent of begrijpt.
In zo’n geval past verwondering. En een pógen tot begrijpen. Wat niet altijd lukt.

In het mausoleum van Desert Lawn Memorial Park in Yuma zie ik een gedenkteken voor John die op zijn 16e of misschien zelfs 15e (er staan geen data bij) is overleden.
In 1977.
Tegen de muur is een tekst geplakt.
Van L.P. van wie ik aanneem dat het een vrouw is.
Lees de tekst.

“I was 14 and you were the first boy I ever kissed, 28 years later I can still taste you.”
Als de kus was vlak voordat John dood ging, is deze tekst in 2005 aangeplakt toen de vrouw 42 was.
Ze maakt melding van haar vader die hier ook is begraven.
En: “Another 28 years will pass John and you will still be with me.”

Mijn spontane reactie is: this creeps me out.
Want hoe verdrietig je als 14-jarige ook bent als je vriendje van 15/16 dood gaat, wanneer je 42 bent heb je toch hopelijk wel *a life* zodat hij een dierbare herinnering is maar niet meer dan dat.

‘Creeps me out’ is géén ‘respect’. In elk geval niet in de zin van: wat mooi, wat waardevol, dit verdient bewondering.
Wel respect voor de eerlijkheid van L.P. Maar haar relatie tot John die in 1977 overleed vind ik merkwaardig.

Ik aarzel daarom heel erg over het plaatsen van dit stukje.
Ik doe het toch, omdat respect 1 ding is, maar eerlijkheid is een ander ding en allebei zijn van waarde waarbij soms het een de overhand moet krijgen en soms het ander.

Ik weet wel dat ik dit nooit zou schrijven over een Nederlands graf.
Omdat ik niemand wil kwetsen.
En mocht ik dat toch doen – corrigeer me.
Alsjeblieft.

Desert Lawn Memorial Park

Op 3 juni 2010, vlak voor ik terugga naar Nederland, bezoek ik deze begraafplaats.
Eigenlijk per ongeluk. Ik wou de óude begraafplaats die ernaast ligt bezoeken, maar die heeft geen eigen ingang. De enige manier om er te komen is via Johnson Mortuary/Desert Lawn Memorial Park – en dan door een heg.

Ik parkeer op hun parkeerplaats, grijp mijn camera en loop richting de oude begraafplaats wanneer een zwarte man in een soort golfkar me aanspreekt. Hij is in een uniform, hij hoort bij de begraafplaats. En als altijd bang dat iemand zal zeggen: wat?! hier mag je niet fotograferen! begin ik een slap praatje.
Ik zeg dat ik het een mooie begraafplaats vind (de nieuwe). En dat hij opvallend goed is onderhouden.
Dat laatste is waar, maar ik zeg het om vriendelijk te zijn – en om na het compliment zo snel mogelijk weg te glippen.

Dit pakt anders uit. Meen ik dat, vraagt de man? En dat kan ik bevestigen: ik meen het. Ik voeg er aan toe dat ik al vele begraafplaatsen in Arizona heb bezocht en dat me hier meteen opviel hoe mooi alles er bij ligt.
Wat geweldig dat ik dat zeg, reageert Robert (het duurt niet lang of we wisselen namen uit). Want dat zegt nou niemand ooit tegen hem. Terwijl hij elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds hard werkt met slechts twee (of was het drie?) medewerkers.
Dan: wil ik dat tegen zijn baas gaan zeggen. Daar is het kantoor.

Dit zijn de horror momenten die bijna zo erg zijn als: weg jij, met dat fototoestel.
Ik dúrf dat soort dingen niet, ik kán ze niet. Maar wat te doen behalve hard weglopen naar mijn auto wat wel zeer bijzonder slap zou zijn.
Dus beloof ik dat ik het zal doen. Nadat ik eerst wat heb rondgelopen en foto’s heb gemaakt.

Dat doe ik en dan zit er niets anders op. Ik open de zware houten deur van het kantoor en achter een balie zitten drie serieus kijkende vrouwen in het zwart. Ik zeg dat ik ‘just a visitor’ ben en stel eerst een vraag. Mij is opgevallen dat er een apart stukje begraafplaats is voor Joden, zijn mensen met andere geloven ook apart begraven?
Dan: dat ik graag even wil zeggen dat de begraafplaats zo ontzettend goed is onderhouden. Dat me dat is opgevallen en dat ik dat echt even kwijt wil. Na de derde keer belooft een van de vrouwen me dat ze het zal doorgeven aan ‘upstairs’.

En: heb ik nog tijd? Want er is ook een mausoleum, daar kan ik ook mooie foto’s maken!
Zeker heb ik tijd. En ik maak er foto’s.

Wanneer ik wegga zie ik Robert weer. Ben ik binnen geweest? Heb ik het gezegd?
Ik heb het gezegd. Hij grijpt mijn rechterhand met beide handen. Tranen in de ogen.
Ik beloof dat ik in september terugkom, want ik heb nog niet eens de helft van de begraafplaats gezien.
Ik ben benieuwd of hij me dan zal herkennen. Ik denk van niet.
Maar zolang het duurde was dit een mooie ontmoeting.

Over deze begraafplaats weet ik als feiten dat O.C. Johnson in 1907 het mortuarium heeft geopend en dat tot een aantal jaren geleden de oude begraafplaats er ook bij hoorde. Nu niet meer en dat is te zien (maar daarover later).

Graven

 

Mausoleum en/of Columbarium

Bij deze begraafplaats hoort ook een mausoleum. Dat is een kast met kisten.

Mensen kiezen hiervoor omdat het lichaam van de overledene dan langer intact blijft. Geen aantasting door elementen, geen grondwater. Maar ook geen mooie steen en met gebogen hoofd (typische houding voor al dan niet door religie ingegeven bidden) stilstaan bij wie is heengegaan.
Ik weet niet of dat de reden is dat maar bij een beperkt aantal van de ‘laden'(?) versierselen zijn aangebracht. Waar dat wel is gebeurd en zeker waar ze meer zijn dan een enkel vaasje plastic bloemen, vallen die me extra op.

Hiier zijn twee hallen zonder dak met beelden in het midden.
Ze heten allebei Columbarium (=bijzetplaats van urnen). De een heet Faith, de ander Honor.
Aan de voeten van de beelden zijn grafplaten met bloemen.
Ik weet niet of dat echte graven zijn. Of bv gedenktekens voor mensen van wie de as is uitgestrooid.
Wat ik evenmin weet is hoeveel duurder het is om hiier op de eeuwigheid te wachten. De website van het mortuarium vermeldt het nergens.
En eigenlijk ben ik ook niet zeker of dit nu een mausoleum is of een columbarium. Of misschien deels het een en deels het ander.
Wanneer ik terug ga, zal ik het vragen.

 

  
   

The Compassionate Friends

Een bijna idyllisch plekje is dit.
Een muur met twee engelen en twee bankjes.
Aan die muur naamplaatjes met geboorte- en sterfdatum.

Op de steen: The Compassionate Friends – In Memory of Our Children

Nu valt me pas op dat de namen aan de wand  inderdaad allemaal van kinderen zijn.
Vooral tieners. Bij enkele hangt ook een foto. Die heb ik gefotografeerd.

Hier probeer ik te achterhalen wie het waren, wat ze is overkomen.
Dat lukt me niet.

The Compassionate Friends vind ik wél. Dat is een organisatie die steun biedt aan ouders die een kind verliezen.
Niet per se een klein of jong kind. Het gaat om een kind “at any age from any cause”.
Ook grootouders en broers en zussen zijn welkom.

Ze houden bijeenkomsten waar ze met elkaar praten. Overal in Amerika zijn ‘chapters’ (afdelingen). Ze werken samen met een site waar je een online Memorial kunt neerzetten.
Nergens lees ik dat ze ook dit soort muren laten bouwen. In Yuma is niet eens een chapter.
Weer een raadseltje erbij.

Hier nog een eigen stukje Memorial.

  

Sunset Vista Funeral Home and Cemetery-2

Hoe kon ik nou zeggen dat deze begraafplaats saai was!
Op 16 september 2010 keer ik er terug, min of meer toevallig. Ik was het niet van plan maar was in de buurt en had in de Yellow Pages gelezen dat er ook een Pet Cemetery was.
Daar dus maar eens naar kijken (want die had ik nog niet gezien).

Het eerste dat me opvalt -wat ook klopt met mijn vorige ervaring-: de vogels! Kwetter, kwetter en vlieg-vlieg.
Er is een man die gras sproeit en maait, ik groet vriendelijk en ga fotograferen waar ik eerder niet was.
Ook de stenen boeien me meer.
En dan: de Roadrunner! Zomaar achter de laatste stenen.
Ik probeer scherp te stellen, hij loopt ietsje verder. Ik loop ook verder en stel weer scherp. Oh! een beeld van een steen waar een duif op zit met op de achtergrond de Roadrunner.

Dan een stem: “You like taking pictures of gravestones?” En de man van het gras wijst me op een steen die aan de voor- en achterkant tekst heeft. Ik dank hem hartelijk dat hij me daarop heeft gewezen en fotografeer de steen.
Uit mijn ooghoek zie ik de Roadrunner wegrennen.

Pet Cemetery vind ik ook – daarover later meer.