Goodsprings Cemetery

Er zijn meerdere verhalen over hoe Goodsprings is ontstaan.
Een ervan: in 1856 reist een groep Mormonen vanuit Californië terug naar Utah over het Spanish Trail.
Wanneer ze even uitrusten bij Mountain Springs Pass horen ze van indianen dat in die regio veel lood kan worden gewonnen.

Ze melden het aan Nathaniel V. Jones, een Mormoonse settler in het Las Vegas Way Station.
Die geeft het weer door aan Brigham Young die opdracht geeft het lood te gaan winnen voor de Mormoonse kerk.
Er is inderdaad lood maar het is een heel gedoe om het helemaal naar Las Vegas Way Station te verslepen, zodat men er na een paar jaar mee stopt.

Vijfendertig jaar later vestigt de veehouder Joe Good zich in het zuidelijk deel van de Spring Mountains.
Hij laat zijn vee drinken bij een bron (spring) die daarom Good’s Spring wordt genoemd.
Al dan niet toevallig vindt de veehouder zilver.
In 1886 wordt de nederzetting die zich daar omheen vormt Goodsprings genoemd.

In 1892 wordt iets verderop goud ontdekt.
Hier ontstaat het plaatsje Sandy.
Rond de eeuwwisseling worden ook andere metalen gevonden en een aantal jaren later trekt men de spoorlijn van Salt Lake City door tot Goodsprings Junction – het latere Jean.

nimmerDertig jaar gaat alles goed.
Goodsprings wordt een welvarende gemeenschap van 800 mensen met een postkantoor, een school, winkels, een hotel en verschillende saloons.
In de jaren zestig sluiten de mijnen, maar Goodsprings wordt geen spookstad omdat mensen die in Las Vegas werken er een prettige, rustige mini-suburb in zien.

Wanneer de begraafplaats, die nog steeds wordt gebruikt, is ontstaan, kon ik niet vinden.
Het oudste graf met een steen is dat van Anna Nimmer uit 1890.

rawklEen recent graf is van Phill Lawrence Rawlinson.
Ik verwacht een obituary in een van de Las Vegas kranten.
Dat vind ik niet. Wat ik wél vind, is een reactie van een familielid op een weblog.
Lees het en huiver:

Phill, Ralph’s brother died at his home. It was a sad occasion because spiritually he was not prepared to go. However, our Father in Heaven will be merciful because Phill, Dean, and Ralph’s parents did not really know the gospel and therefore did not teach it to their family. The only reason that Dean and Ralph were in the church was because of the good women that they married who encouraged them to get active and be sealed in the temple for all eternity.

Phill will have his chance to accept or reject the gospel and his brother Dean who is there now will help him do that. Now we just have to get Ruthie to realize that the gospel of Jesus Christ is here in it’s fullness and that she can have all of the blessings of eternity right now. If not in this life, I feel certain she will have a chance to accept the gospel in the life to come. Their family will certainly make sure that the work is done. Hurrah for the doctrine of eternal ordinances for the dead. We do have the truth don’t we.

bierBij een ander graf (Terry Ray Loftis 1961-1987) staat een collectie bierflesjes en -blikjes.
Terry is doodgeschoten bij een ruzie in de Pioneer Saloon in Goodsprings.
Het gerucht gaat dat zijn moordenaar op zijn begrafenis kwam.

Terry is ook een geest – menen de leden van de Las Vegas Society of Supernatural Investigations die ervan overtuigd zijn dat het hier spookt.
Nancy Riggs remembers one time at Terry’s grave when Tina Carlson suddenly collapsed: “Tina’s down and I can’t wake her up. There was a white mist around her.”
Carlson said she had a sensation that someone had picked her up and lay her down.
“And I didn’t have a mark on me,” she said. “It was a cool situation.”

Op YouTube staat nog een filmpje dat zou bewijzen dat er geesten actief zijn op Goodsprings Cemetery: “Out of nowhere, a “snake-like” light comes flying from the top right and flies towards the camera.”

Overdag oogt het hier heel wat vrediger.

algkle

Victor Valley Memorial Park

Victorville is een stad met ongeveer 120.000 inwoners.
Route 66 loopt er doorheen maar erg pittoresk is Victorville niet.
Veel grote fabrieken.

steen1Midden in het industriële geweld ligt Victor Valley Memorial Park.
De begraafplaats is in 1917 geopend en is schitterend gelegen in wat eens een gravel pit was.
Op een grote steen staat de geschiedenis.

In het midden is een groot grasveld met liggende stenen (het is een lawn cemetery).
Op de oplopende zijkanten ook vooral liggende stenen.

gras
Achterin een bel en daar ook het mausoleum en de urnenmuur.

bel ur

ver

Het meest opmerkelijk vind ik de ’tribune’.
Gaan mensen daar in groepen zitten, vraag ik een man die er aan het werk is.
Ik blijk er helemaal naast te zitten. Het zijn graven.

gr

De bovenste rij heeft gras dat eruit ziet alsof het net in plaggen is neergelegd.
Alle rijen eronder hebben alleen zand.
gr1

In een hoekje liggen ook nog wat oude stenen (deze stond schuin).
Ze moeten zijn meegenomen van de plek waar aanvankelijk de begraafplaats was.

tu

Dan loop je de begraafplaats af en dit is het uitzicht: de werkzame realiteit van Victorville.

uitz

Apollo, first K-9 of Henderson

Op de dierenbegraafplaats van Las Vegas staan op een veldje dichtbij de straat bij enkele stenen vlaggetjes.
Hier liggen honden die in overheidsdienst zijn geweest.

Eén ervan is Apollo (1981-1994).
Henderson P.D.’s First Canine
Beloved Friend and Devoted Partner
He led the way

De toetreding tot het politekorps van de Duitse herder Apollo haalt in 1982 de plaatselijke krant.
Zijn trainer, Sgt. Tom Collins, vertelt aan welke eisen een goede politiehond moet voldoen. Hij moet ‘relatief vriendelijk’ zijn, gehoorzaam en -het belangrijkste- “that the dog can be controlled at all times by its handler“.

Een half jaar later een paginegrote follow-up First K-9 unit commands respect.
Apollo heeft dan twee arrestaties op zijn naam.
Zijn handler, Gary Urbantke, beschrijft hoe Apollo verhindert dat een verdachte de benen neemt.
In doing this, Apollo is trained to first apply a mouth grip on the fleeing subject’s buttocks.
If that doesn’t do the trick, Apollo maneuvers to the front of the subject’s body “where he can really hurt him,” said Urbantke.

Apollo kan méér.
Hij kan snuffen naar marihuana, hij kan spullen vinden (“anything made by humans“) en hij kan spoorzoeken zelfs zonder een stukje kleding van een mens.
En wanneer Urbantke hem het ‘watch command’ geeft levert Apollo “a growl now and then. Upon seeing a 100 pound German Shepherd growling and generally looking frightful, usually crowds will calm down.”

Apollo beheerst Engels, Duits, Vietnamees en gebarentaal.
The only time Apollo will repond to a situation without any sort of signal is when an aggressive move is made toward Urbantke.

Hoe lang Apollo in dienst is geweest en waaraan hij is overleden kon ik niet vinden.

Beroemde doden: Frank Sinatra en Sonny Bono

Begin oktober 2012 ben ik in 29 Palms.
Kijkend op de kaart denk ik dat Cathedral City (bij Palm Springs) ongeveer om de hoek is en besluit eens gek te doen: ik ga het graf bezoeken van Frank Sinatra.

Niet alleen Ol’ Blue Eyes ligt begraven in Desert Memorial Park.
Find a Grave telt er nóg 35 beroemde graven.
Ook Sonny Bono is er te vinden. En Betty Hutton. En de moeder van Zsa Zsa Gabor, Frederick Loewe, William Powell (en kijk zelf maar op die lijst voor de rest).

Ik noteer waar Sinatra ligt en waar Sonny Bono, ga op pad en kom na ruim twee uur totaal gevloerd aan omdat het én veel verder weg is dan ik dacht én slechts te bereiken via een snelweg waar men elkaar naar het leven staat die de laatste kilometers ook nog eens in een spiraal afdaalt tot de vallei van Palm Springs.

Desert Memorial Park is een lawn cemetery.
Wel een mooie. Niet helemaal strak aangelegd, groen, een fontein, de Amerikaanse vlag.
Bij de ingang de gebruikelijke riedel wat er allemaal niet mag zoals alcohol en huisdieren en de -wat minder gebruikelijke- waarschuwing voor coyotes die hier zouden ronddolen.

Het graf van Sinatra ligt in veld B (en dat treft want dit is zo’n unieke begraafplaats waar ze goed aangeven waar welk veld is en ook nog welke rij).

Plot: B-8, #151 – daar moet Sinatra liggen.
En voor wie dat te ingewikkeld vindt de tip: het is dat graf waar altijd bloemen liggen. Een hint die van pas komt want daar zijn de eerste graftoeristen al.

Zo, dus daar ligt-ie. Frank Sinatra.

Ik wacht tot de mede graftoeristen naar het volgende beroemde graf zijn gereden en stel dan vast, dat-ie daar inderdaad ligt: Frank.
Met z’n moeder en z’n vader en een oom (die ook -afgeleid- beroemd worden bevonden).

De lelijke schaduw op de steen wordt veroorzaakt door de (kunst)bloemen.
Die je natuurlijk niet gaat weghalen om een betere kiek te kunnen maken.
Althans, dat doe ik niet. Voor mijn mede graftoeristen sta ik niet in.

De tekst op de grafsteen ‘The best is yet to come’ ingevoerd in Wikipedia: “The Best is Yet to Come” is a 1959 song composed by Cy Coleman, with lyrics by Carolyn Leigh. It is associated with Frank Sinatra, who recorded it on his 1964 album It Might as Well Be Swing, accompanied by Count Basie, under the direction of Quincy Jones. It was the last song Sinatra sang in public, on February 25, 1995, and the words “The Best is Yet to Come” are etched on Sinatra’s tombstone. Though Sinatra made it popular, the song was actually written for and introduced by Tony Bennett.

Nu Sonny Bono.
Plot: B-35, #294. Een stuk verderop dus.
Eigenlijk veel mooier gelegen, daar naast zijn moeder bij de heg.

Op de steen van Sonny staat (hier aan het oog onttrokken door de bloemen: “And the beat goes on” (wat ik denk ik niet verder hoef uit te leggen).
Op de steen van Jean Bono: “Beloved mother of Sonny”.

Terwijl ik hier rondloop stopt niemand anders bij het graf.
Wel loopt het storm bij het graf van Sinatra.
Wat wel klopt met de tellingen van The Top Ten Most Visited Famous Graves waar het graf van Sinatra op 7 staat.
Michael Jackson staat op 1.

Searchlight Cemetery

Searchlight is een kleine stad in Nevada, een goed uur rijden ten zuiden van Las Vegas.
Volgens senator Harry Reid (die er vandaan komt en die er nog steeds woont) kreeg de stad de naam omdat goudzoeker George Frederick Colton zei dat je een ‘searchlight’ nodig had om daar goud te vinden.
In 1897 gebeurde dat en snelden andere goudzoekers toe.
Tussen 1907 en 1910 werd in de goudmijnen jaarlijks voor $ 7 miljoen aan goud gedolven. In Searchlight woonden toen 1500 mensen.
Na 1917 zakte de gouddelving in en daarom ook de stad.

Er is nu een klein casino, er is een school en er is een begraafplaats.
Dat is Cemetery #4. Nummers #2 en #3 waren plekken in de stad waar enkele graven waren (nu onvindbaar).
Cemetery #1 lag bij het vliegveld ten zuiden van de stad.
In 1961 crashte daarop een vliegtuig waarbij de meeste monumenten werden vernield.
De markers die nog vindbaar waren werden overgebracht naar deze begraafplaats.
Of de erbij horende lichamen mee zijn verplaatst weet niemand (wat vermoedelijk ‘nee’ betekent).

Ook Cemetery #4 is in de loop der jaren geteisterd door de elementen, vernielingen en diefstal.
In het midden is een deel afgezet waar denkt men de oudste graven waren.
Ernaast staat een monument met namen van mensen die volgens documenten of overlevering in de ‘Searchlight area’ zijn begraven.

Verder is de begraafplaats een mooie mengeling van oude, sobere graven en traditionele graven en enkele wat meer monumentale monumenten.

Begin 2012 werd bekend dat Erline Yeager Smith $ 50.000 had nagelaten aan de Searchlight Museum Guild om de begraafplaats op te knappen.
Die zal nu de begraafplaats gaan beheren, wat eerder gebeurde door de Clark County Commission.

Reid

Wanneer ik in oktober 2012 Searchlight Cemetery bezoek weet ik al dat Harry Reid er woont en verwacht ik dus ook Reids op de begraafplaats aan te treffen.
Dat het er zovéél zijn, had ik niet verwacht.

Er zijn simpele graven: een stuk steen met een erop geschreven naam (J. Reid en L. Reid).
Er zijn ook meer aangeklede zoals voor de grootouders van de senator (vast later opgericht, want de Reids waren erg arm).

Van veel Reids neem ik aan dat het familie is maar hoe precies weet ik niet en het doet er ook niet toe: het zijn er véél en ooit wordt ook de senator hier begraven.
Wie er ook begraven is, is de vader van Harry Reid. Een mijnwerker die in juni 1972 zichzelf een kogel door het hoofd schoot.

Harry Reid senior had de gewoonte overal zijn initialen in te krassen. Ook in een grote steen die zijn zonen op zijn graf plaatsten.
It’s as permanent a mark as a man can make for himself on this earth. It won’t be washed off by the rain. It won’t be faded by the sun. It won’t be diminished by time. It says: I was here,” schrijft Reid in zijn autobiografie, The Good Fight: Hard Lessons from Searchlight to Washington.

 

 

Sol T. DeLee, MD

Drie graven naast elkaar, op zo’n tien meter na de poort van de begraafplaats.

Rechts is het graf van Carl S. Myjers (1908-1996).
Ik weet niets van hem maar leid uit zijn steen af dat hij hield van de woestijn. Verder was hij volgens de tekst op de steen echtgenoot, vader en opa.

Links naast hem ligt Pat Myjers (1929-2004).
Volgens een kort stukje in de Las Vegas Sun woonde ze 54 jaar in Searchlight en was ze een ‘homemaker’.
She is survived by one daughter, Cathryn S. DeLee of Searchlight, and one grandchild.”

Daarnaast nog een graf met alleen een markertje van de begrafenisondernemer.

Een arts. Met na zes jaar alleen nog die marker (en kunstbloemen).

Gynaecoloog
Sol Theron DeLee was een gynaecoloog.
Lees wat de Las Vegas Sun na zijn dood over hem schreef.

Dr. Sol T. DeLee arrived in Las Vegas in 1964 and was shocked to learn that on average seven women a year died during childbirth in Clark County.
“Physicians didn’t share information,” he said, citing what he felt was the key reason for the high fatality rate.
A year later, DeLee founded the Las Vegas/Clark County Gynecological Society to get local obstetricians/gynecologists sharing information to improve safety at childbirth.

In 1949 schreef hij het destijds populaire boek over opvoeding ‘Safeguarding Motherhood’ waarvan acht edities verschenen en dat nog steeds tweedehands verkrijgbaar is.

Ook voordat hij in Las Vegas belandde had DeLee al naam gemaakt.
Van 1942 tot 1964 was hij hoogleraar gynaecologie aan de universiteit van Chicago.
In die stad werkte hij tussen 1942 en 1946 ook als arts.

Hoge leeftijd
DeLee had het plan tot zeer hoge leeftijd zijn beroep uit te oefenen.
Dat zei hij tegen de krant toen hij op zijn 77e in 1988 zijn eigen dochter Danielle ‘haalde’.
Het zou anders lopen.

Weer de Las Vegas Sun:
But the aging baby doc soon found himself in hot water.
He had drawn the ire of anti-abortion groups for performing abortions at The Birth Place and the Women’s Care Center clinics in Las Vegas.
A Drug Enforcement Administration investigation resulted in 1991 in the revocation of DeLee’s authority to issue prescriptions for controlled substances.
Federal authorities accused him of selling prescriptions for $25 apiece.
Although he denied that allegation, DeLee opted the next year to surrender his license to practice medicine and retire rather than face a disciplinary hearing before the Nevada State Board of Medical Examiners.

Googlen
Nog een paar dingen om te googlen: de dochter.
Ze is nu 24, zit op Facebook, heeft aan Yale gestudeerd, is verloofd en woont in Las Vegas.
Haar moeder is Cathryn Susan DeLee (Myers), de dochter van Pat en Carl.
Cathryn is verpleegster bij een ziekenhuis in Las Vegas, ze woont in Searchlight en was toen Danielle werd geboren (en Sol 77 was) 31 jaar.

Uit een eerder huwelijk (of: eerdere huwelijken) had Sol nog een dochter (Nancy), een zoon Garrison en een zoon Frank.
Frank DeLee is ook gynaecoloog in Las Vegas. Al 32 jaar.

Het is dus niet zo dat er geen geld was voor een mooie steen voor deze dokter.
Misschien werd hij niet zeer bemind door zijn naasten. Misschien vinden ze deze marker door zijn eenvoud juist sjiek.
En misschien moet die steen gewoon nog komen.

Leeds Cemetery

Leeds is een klein stadje in de buurt van St. George in Zuid-West Utah.
Leeds Cemetery heeft een mooie, traditionele poort en de graven liggen links en rechts achter een rij statige cypressen.

Rond 1850 is de begraafplaats in gebruik genomen.
Veel pioneers-graven dus. Met mooie zuilen.

Veel graven van hele families: bijvoorbeeld Sullivan, McMullin, Stirling, Fuller, Angell, Harris, Hartman.
Vooral mormonen.
Niet raar natuurlijk, Utah is Mormon Country.

Bij de ingang hangt een bord met een overzicht waar wie is begraven.
Ingetekend in de grafplekken en ook een namenlijst.
Met locatie en waar mogelijk informatie over geboorte- en sterfdatum.

Er wordt nog steeds begraven, zie ik.
En er is ook nog plaats voor nieuwe graven.

In de verte hoor je de snelweg I-15.
Af en toe rijdt een pick-up langs.

Een prettige plek om te vertoeven.

Enkele van de zuilen

 
 
 

Deze staat schuin
 

met op de voet

Bijzondere zuil

Op de zuil zelf staat niets. Geen naam, geen data.
Blijkbaar is bewust gekozen voor het laten staan van het simpele plaatje dat de begrafenisondernemer altijd bij een pas gedolven graf zet en dat meestal wordt weggehaald wanneer het graf een steen heeft gekregen.

Het meest opmerkelijk vind ik de schoenen (verzwaard met stenen om wegwaaien te voorkomen).
Wat een mooie, originele manier om iemand te herdenken.

Indian girl

Deze steen trekt mijn aandacht.
Een jonge vrouw. Nog maar 23 toen ze overleed en toen al moeder van drie kinderen. En: ‘Indian girl’.
Waarom zouden ze dat er in vredesnaam hebben opgezet?

Ik google en vind meer dan ik had verwacht.
Al moet het meeste worden afgeleid via de bronnen over haar man.

Mormoons Bataljon
Francis Brown (geb. 1827 in Ridgway, NY) treedt op 18-jarige leeftijd met zijn broers Daniel en John toe tot het Mormoons Bataljon – een gevechtseendheid van ruim 500 man, door de Mormoonse kerk in het leven geroepen om mee te helpen in de oorlog tegen Mexico.
Maar ook (of misschien wel: vooral) om Mormoonse pioniers die in het westen van de USA in problemen waren gekomen te helpen.

When the Battalion boys had completed the gruelling trek to the West Coast many were in desperate circumstances, and Francis, sick and in need of help, married an indian girl by the name of Magell.

Trouwen met Indiaanse vrouwen werd aangemoedigd door de LDS-kerk. Om de Indianen gunstig te stemmen, om ze te verheffen in de vaart der volkeren en misschien ook om je erdoor te laten verzorgen als je ziek was.
Deze Indiaanse vrouw was op dat moment nog heel jong.
Volgens haar grafsteen geboren in 1835, volgens de annalen van de Mormoonse kerk in 1836.
Vast staat in elk geval dat ze haar eerste kind, George Washington Brown, kreeg in 1850 en haar tweede, Ellen, in 1852.

Elizabeth
Intussen kreeg Francis kennis aan Elizabeth Potter (geb. 1822), een moeder van drie kinderen, die net bij haar man weg was.
Francis was coming to Utah so Elizabeth left California with her family in company with the Brown family in 1858.
Elizabeth was expecting Arnold Potter’s child and Magell was expecting another child.
On the way to Utah they experienced many hardships.
When the families reached St. George, Utah, both babies were born about the same time.

Het kind van Elizabeth werd Lisa Ann genoemd.
Magell noemde haar dochtertje Mamie maar ze overleed kort na de geboorte en werd begraven in Leeds. “The baby was given to a family living there.”
Francis trouwde direct met Elisabeth en kreeg met haar nog vijf kinderen.

Wie was ze
Wie o wie was Magell Mancheeta.
Waarom trouwde ze met Francis, hoe vond ze het leven met hem, hoe reageerde ze erop toen hij met vrouw-2 kwam aanzetten, was er ergens nog familie die om haar gaf.

Er zijn meer mensen die iets over haar willen weten.
Mormonen wier verre voorouder zij is.
Ze zoeken op Mancheeta Magell, Mcgill, Magall, Magill (want zo wordt haar achternaam in verschillende documenten geschreven). Niet dat een ervan haar naam *is*: “I am trying to find out Mancheetas Indian Name. Also did you know that Mancheeta was an Amah Mutsun Indian?”

De draad op het forum waarop ik dit tegenkwam eindigt in september 2011 wanneer mensen elkaar uitnodigen per mail contact op te nemen om zo verder te praten.
Het gaat me wat ver om me hierin te mengen met “ik zag die steen en hij viel me op”.
Overigens valt niemand over dat ‘indian girl’ op de steen.
Dus misschien is dat voor die tijd normaal?

Steven Joseph Wusstig

Het deel rechts achter van de begraafplaats van Kingman ken ik vrij goed.
Het is het deel waar de mensen worden begraven die de afgelopen jaren zijn overleden.
Soms duurt het even voordat ze een grafsteen krijgen.
Af en toe komt dat er niet van.

Dit kruis is nieuw.
Veel engelen, een zelf in elkaar geknutselde steen, mooie kunstbloemen, frutsels.
Voor iemand die in 2007 al is overleden.
Steven Joseph Wusstig ‘forever in our hearts’.

Steven Wusstig is op dinsdag 12 juni 2007 in Havasu City doodgeschoten door een politieman.
Hij was drie dagen eerder ontsnapt uit de gevangenis van Kingman waar hij sinds april van dat jaar vast zat wegens o.a. autodiefstal en drugsdelikten.
Ook had hij de voorwaarden overtreden van de voorwaardelijke straf van 200 dagen die hem in 2006 was opgelegd voor het vervoer van 2 pond marihuana.

Een gewone boef met het gewone verhaal, zou je denken.
Maar de familie heeft Aaron Royster van de bepaald niet progressieve krant The Kingman Daily Miner voor de zaak weten te interesseren.
His story reads like a Greek tragedy” begint die zijn uitvoerig verhaal.

Steven werd in 1973 geboren in Guam en verhuisde met zijn ouders naar Kingman toen hij zes was. Daar ging hij naar school en had “a run-in with law-eforcement for damaging signs, according to his mother. It was also the first time he experimented with drugs.”
Na een 90 dagen “boot-camp style rehabilitation program (..) Steven had turned his life around.”

Hij trouwt, krijgt kinderen en gaat negen jaar werken bij UPS.
In 2003 moet Steven naar het ziekenhuis. Hij krijgt pijnstillers en raakt daarna verslaafd aan crystal meth.
Waarna het bergaf gaat. Buiten zijn schuld dus (vertelt de familie). Want eigenlijk was hij hartstikke lief.

Dat verwoordt ook zijn vrouw in het In Memoriam voor de Daily Miner.
Net als Marguerite McCoy, een collega van Steven Wusstig bij UPS, die haar afscheid aangrijpt om aandacht te vragen voor haar neef, Andrew Santiago.
Tot 5 jaar veroordeeld wegens verkrachting terwijl het om vrijwillige sex ging die hij als 18-jarige had met een meisje van bijna 17.
Toen verslaafd aan meth.
Zich niet gemeld als sex offender (dat is verplicht) en opnieuw in de gevangenis.

De laatste keer dat ik hem via google terugvind is in juli 2007 wegens mishandeling van een gevangenbewaarder.
Misschien heeft hij zijn leven echt een andere wending gegeven.

Het armenveld

Yuma Cemetery bestaat uit veel velden met veel vergane graven, een kleiner aantal gekoesterde graven en niet erg veel nieuwe graven.

De oude graven op de begraafplaats worden in kaart gebracht en toegevoegd aan Find a Grave door enkele mensen (vooral vrouwen) die willen voorkomen dat herinneringen verloren gaan.
Samantha ploegt langs de vaak slecht leesbare stenen en maakt foto’s.
Marilyn raadpleegt oude documenten. Anderen, zoals ikzelf, doen af en toe iets als dat in hun planning past.

Je hebt ook krantenknippers die uit de krant de overlijdensberichten (‘obituaries’) halen die in Amerika niet slechts advertenties zijn maar hele verhalen over hoe bijzonder iemand was, wie haar of hem voorgingen en wie achterblijven.
Dankzij internet hoeven de knippers tegenwoordig niet eens meer te knippen, ze copy and pasten.
Vaak al een dag nadat de persoon is overleden en nog voordat het graf daadwerkelijk is gedolven.
Die obituaries worden voor de krant geschreven door de familie of door de begrafenisondernemer.

Er is een veld waarvoor vrijwel niemand belangstelling heeft.
Dat is het meest recente armenveld. De ‘oudste’ doden zijn van 2001.
Hier worden op kosten van de County begraven die zich geen betaald graf kunnen veroorloven: armen met een naam en ‘unidentified skeletal remains’ – wat nog erger klinkt dan ‘John Doe’.

Ik ga er altijd even kijken. Dat doe ik ook op 24 oktober 2012.
Er zijn ongeveer twintig nieuwe graven bijgekomen sinds ik er de laatste keer was.
De meeste graven zijn sober: alleen de steen.
Eén is overdadig versierd. Eén nieuw graf heeft een omheining. Een ander is bedekt met witte stenen.

  

Ik vraag me af hoeveel mág wanneer je als armlastige op kosten van de gemeenschap wordt begraven en je nabestaanden dan je graf extra optuigen met meer dan een bloemetje of een beeldje.

Ik loop het hele veld langs.
Er lijkt verder weinig veranderd. Waar graven een enkele engel hadden, hebben ze die nog steeds. Een graf met veel kunstbloemen heeft ze ook nog – dezélfde.
Eén graf, waarvan de letters waren weggesleten, is bijgewerkt.

Helemaal op de achterste rij zie ik dit.
Een grafsteen met een koesterend jack. Dat was er nog niet toen ik hier een jaar geleden rondliep.
De steen is voor John Corona (1946-2001) over wie ik verder niets kan vinden.
Dat hij geen obituary heeft verbaast me niet.
Dat heeft vrijwel niemand van de hier begravenen.

Maar dat jack, dat is lief.
Daar heb je wat aan in de koude nachten. Misschien wel meer dan aan een engeltje.

Desert View Pet Cemetery

Er zijn niet zoveel dierenbegraafplaatsen in Amerika.

Deze staat op Find a Grave genoemd dus die wil ik zien.
Ik denk dat degene die de begraafplaats aan de site heeft toegevoegd blijkbaar niet veel tijd heeft gehad want ze heeft maar een maar memorials vermeld.
Ik ben benieuwd naar de andere graven.

Desert View Pet Cemetery blijkt niet een aparte begraafplaats te zijn.
Het is een grasveld(je) dat deel uitmaakt van Desert View Memorial Park.
Het heet ook niet ‘Pet Cemetery’ maar ‘Garden of Eternal Pet Cemeteries’.
Desert View Memorial Park zelf is een mooie, kleine begraafplaats met gote beelden, een kabbelend watertje en veel gelegenheid uit te breiden.

De vrouw die de begraafplaats vóór mij bezocht en niet verder kwam dan een paar memorials heeft wel degelijk goed gekeken: er is niet meer.
Drie echte stenen en een handvol kleine metalen markertjes waar ooit een steen moe(s)t komen.
Susie O. (van Find a Grave) vond die nog in mei van dit jaar. Nu, een half jaar later, zijn ze overgroeid.

Positief vond ik dat hier anders dan op de meeste begraafplaatsen levende dieren wél zijn toegestaan.
Alleen moet de poep worden opgeruimd.

Opvallend was dit bord:
Een huisdier waarvoor binnen een week geen begrafenis is georganiseerd, daarvan mag het lijkje “disposed of” worden.

Dat zie je over menselijke lijken toch niet gauw vermeld staan.

Oro Grande Historic Memorial Park

Op 9 oktober 2012 wil ik deze begraafplaats bezoeken omdat ik er mooie foto’s van heb gezien (die blijken later zwaar vertekend: compliment voor de fotografen).

Hij ligt ietsje van Route 66 af in een omgeving met veel cement-fabrieken. Zoveel cementfabrieken dat ze het beeld overheersen.
Zowel kwa plaatje als door het geluid.

De begraafplaats is afgesloten. Drie hekken met drie sloten.
Vanuit een aangrenzend huis blaft een boxer boos naar me.

Wanneer ik besluit dat het er blijkbaar niet in zit komt een man aanlopen.
Het blijkt de caretaker, Joe Manners.
Hij kan een hek openen en in zijn hand heeft hij een doosje.
Voor donaties. Niet dat het hoeft. Maar een paar dollar zouden wel worden gewaardeerd.

Er is weinig meer te zien, waarschuwt Joe.
Want twintig jaar geleden hebben “Nazi’s!” de begraafplaats vernield.
Waar nu eenvoudige naamloze houten witte kruisen staan, stonden ooit echte stenen en beelden.
Allemaal vernield of gestolen.
Daarom staat er nu een afrastering om de echte begraafplaats. En kun je er alleen in nadat je door Joe bent goedgekeurd.

Ik krijg nog twee verhalen.
Over de paal met de ster als tribute voor een man die van geen kanten deugde en toen het leger in ging en in de Philippijnen vermist werd.
‘In actie’ denken sommigen.
Maar volgens Joe is-ie er gewoon vandoor gegaan om daar een nieuw, relaxed leventje op te bouwen.
De ster en het eerbetoon waren een schoolopdracht van een leerling.

Weet ik trouwens dat de begraafplaats ‘haunted’ zou zijn?
Nee, dat was ik niet tegengekomen.
Het leidt ertoe dat er ’s nachts allerlei malloten aan het hek komen rammelen.
Ook dat nog.

Wanneer Joe me erover vertelt krijg ik de indruk dat hij dat van de geesten absolute onzin vind.
Maar nu erop googlend kom ik dit verhaal tegen.

Het is onduidelijk hoever de begraafplaats reikt.
Dat begrijp ik.
Voorbij de kruisen zag ik nog enkele tientallen graven die alleen door ronde stenen werden gemarkeerd.
Maar zo kan het ook zijn dat het huis van Joe – grenzend aan de begraafplaats – in de jaren veertig door zijn vader op een graf is gebouwd.
Want Joe voelt regelmatig een aanwezigheid.
Die door de Paranormal Society niet is vastgesteld.
Wat weer niets hoeft te zeggen.

Zelf voelde ik helemaal niets.
Maar dat kan ook weer heel goed aan mij liggen.

Graven


be
cr
fa
kr
pl
sc

Daggett Pioneer Cemetery

Daggett, iets ten oosten van Barstow, ligt aan Route 66.
Het is een onooglijk stadje met ongeveer 200 inwoners.

Daggett is gesticht in 1880 toen in de buurt zilver was ontdekt.
Nu ligt verderop een grote Solar Power Plant.

De begraafplaats ligt langs Route 66, te bereiken via een zandpad.
Er zijn graven vanaf het eind van de 19e eeuw (vele alleen gemarkeerd met een wit houten kruis of soms helemaal niet gemarkeerd).
Vaak zijn de mooie stellages die mij altijd doen denken aan hemelbedden – geen idee of ze zo zijn bedoeld – ingestort.
Weinig beelden of andere versierselen op wat kunstbloemen na.

Ook nu wordt er nog begraven.
Het meest recente graf dat ik begin oktober 2012 zag was van juli van dat jaar.

Alle graven liggen door elkaar met woestijnplanten er tussenin.
Ik probeerde wat foto’s te maken die een beeld moesten geven van ‘het geheel’ maar dat lukte niet.
Waar je keek zag je de voorgrond (bv de witte kruisen of juist een nieuwe steen) en daar achter de ongeveer 1.20 m hoge planten die het zicht ontnamen op de rest.

Met aan de ene kant in de verte de voorbij razende I-40 en aan de andere kant de spoorlijn.







Joshua Tree Memorial Park

Joshua Tree Memorial Park ligt even buiten Joshua Tree (van het National Park) aan de 29 Palms Highway.
Enkele grasvelden met in het midden enkele opstaande stenen.
De liggende stenen liggen wat verstopt tussen het hoge gras.
Verderop is een (mooie) urnentuin.

Een man stopt met zijn auto terwijl ik rondkijk.
Ik ben bang dat hij me het fotograferen wil verbieden maar hij wil me over de begraafplaats vertellen.
Hij is het met me eens dat het lastig is er grip op te krijgen omdat oude en nieuwe graven door elkaar liggen.

En, vertelt hij, daar verderop is iets héél raars.
Aan die dirt road, achter het rode hek.
Daar worden mensen begraven zonder kist of bodybag!
Niet begrijpend haalt hij de schouders op en mompelt iets als ‘ieder zijn meug’ of ‘het zal je ding maar zijn’ (of een variant daarop).

Braaf (want hij veronderstelt dat daar mijn belangstelling ligt) loop ik naar de door hem aangewezen veteranengraven.
Maar zodra hij weg is ga ik richting het rode hek.

Een kleine oppervlakte. Met (dát is raar) heldere metalen rondjes met getallen.
Keurig op rij.
Helemaal in de hoek: een graf.
Met wat verwelkende bloemen en een lief hart.
De plek ernaast laat zien dat er recent is gegraven.

Een Potter’s Field! denk ik.
Als in Holtville en El Centro.
Hier worden de armen en naamlozen snel onder de grond geduwd.
In dit veld afgescheiden van de begraafplaats aan een zandweg met een houten hek tussen de prikplantjes.

Niets blijkt minder waar wanneer ik later op Joshua Tree Memorial Park ga googlen.
Dit is een natuurbegraafplaats.
Het graf wordt gegraven met de hand (omdat machines schade toebrengen aan de natuur), de dode wordt gekleed in biologisch afbreekbaar materiaal “which can include unfinished renewable wood, woven willow and wicker, raw cotton, or linen and even paper“.

En: “Until recently, internment in an environmentally friendly burial ground was not an option. Green burial offers the chance to be reunited with the earth to be recycled into new life.

For every natural burial that is made at our Memorial Park we will donate $50 to the Mojave Desert Land Trust.

Nu begrijp ik ook beter de betekenis van dit bordje bij de ingang.

29 Palms Public Cemetery

De begraafplaats van 29 Palms ligt aan de rand van de stad.
Hij is in 1936 geopend op initiatief die hierheen was verhuisd vanwege de gezonde lucht – in het besef dat zelfs gezond ademende mensen ooit sterven.
De begraafplaats wordt onderhouden met belastinggeld. Als ‘openbare begraafplaats’ kunnen alle inwonenden hier worden begraven.
Per jaar komen er vijftig graven bij.

De begraafplaats is aangelegd met strakke gangen.
Links en rechts graven. Bijna allemaal bedekt met witte steentjes en een kleine grafsteen.
Slechts enkele graven hebben een grote platte steen.
Opstaande stenen zijn er niet, wel wat versierselen.

Ik ben er maar kort begin oktober 2012 maar loop (stom toeval natuurlijk) meteen tegen het graf van een ooit-Nederlander aan.
Anton Johan Tulleners. Dr. Anton Johan Tulleners.
Een Hagenaar.

 

Ik google hem zonder er veel van te verwachten.
Maar wat blijkt: de man was uitvinder en heeft in 1933 een patent aangevraagd op The process of treating acid liquors.

In datzelfde jaar schreef hij ook het boek ‘Het gebruik van aethyleen en homologen in de chemische techniek’.
Later kwamen er nog meer patenten (even googlen op zijn naam als het je interesseert).

Zijn ouders zijn nog terug te vinden via ancestry.com.
Wat de Hongaarse Hanna Beyer met hem heeft samengebracht, waarom ze naar Amerika zijn verhuisd, of ze kinderen hadden, of ze gelukkig waren – ik kan het niet vinden.

Geen idee of het iets betekent dat op zijn steen staat ‘Devoted husband, faithful companion’ en op de hare ‘Beloved wife, unfailing helpmate’.
Wel neem ik aan dat ze allebei iets met de natuur hadden, met een vosje aan zijn hoofd en een roadrunner aan het hare.

 

Seligman Cemetery

Jaren geleden bezocht ik deze begraafplaats voor het eerst.
Ik werd getroffen door de oude, deels vergane, deels glorieuze graven. Door de lokatie – zo snel bij I-40 met het voortrazende verkeer. En door de weelderige vegetatie: prikplantjes.

De foto’s van die reis gingen verloren maar op 24 september 2012 keer ik terug.

De begraafplaats ligt nog steeds vlakbij de snelweg, het verkeer raast nog steeds voorbij.

Ergens staat een karretje. Het suggereert dat er werkzaamheden worden verricht.
Onkruid verwijderd wellicht.

Niks blijkt minder waar.
Was de begraafplaats een paar jaar geleden behoorlijk begroeid, nu zijn hele delen overwoekerd en kunnen zonder tegen prikplanten beschermende kleren niet meer worden benaderd.

Hoewel sommige mensen aan de kunstbloemen te zien het toch hebben gewaagd. Maar misschien stond de vegetatie toen nog wat lager.